Achtergrond

De UIT in 1995

‘Martijn is vannacht niet thuis geweest. Kunnen jullie controleren waar hij is geweest en of hij voorbehoedsmiddelen bij zich heeft?’ Het was een van de uitspraken die Trajectum in 1995 optekende op de centrale post, aan Janskerkhof. Leden van de introductiecommissie stonden – al gniffelend – ouders te woord en hingen briefjes op het prikbord: ‘Martijn uit groep 5, je moet je moeder bellen. Ze is erg bezorgd.’
Er waren zelfs ouders, altijd moeders, die meegingen met hun kind. Die werden vriendelijk verzocht om te vertrekken. De kersverse studenten waren in goede handen. De eerstejaars, ook wel UITlopers genoemd, werden
ingedeeld in groepen en begeleid door mentoren.
Ze vierden feest en deden mee aan activiteiten: ze stepten op housemuziek, speelden spellen en deden de ramsamsam. Dat laatste is ‘een traditioneel kringgebeuren, waarbij men elkaars haren en knieën bevoelt’, aldus een Trajectum-redacteur in 1995.

1400 EERSTEJAARS
Het principe van de UIT is in twintig jaar tijd niet veranderd. In opdracht van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht nemen UITlopers vier dagen deel aan activiteiten, om elkaar en de stad te leren kennen.
Maar het evenement is een stuk grootschaliger geworden. In 1995 namen 1400 eerstejaars deel. Dit jaar is er plek voor 3800 UITlopers.
Het hoofdkwartier is voor het eerst in TivoliVredenburg gevestigd, zodat er genoeg plek is voor het enorme aantal studenten.
De organisatie is een flinke klus. Zes ouderejaarsstudenten vormen een bestuur, dat tien maanden nodig heeft om de UIT op poten te zetten. ‘Er zijn honderd partijen bij betrokken, die allemaal iets willen. Wij zorgen voor een goede afstemming’, zegt Michiel Beers. Beers is functionaris communicatie binnen het UITbestuur.

ALCOHOL
Tot die honderd partijen behoren bedrijven en non-profitorganisaties die activiteiten organiseren. Vorig jaar namen UITlopers deel aan een workshop sportief paaldansen, fietsten ze in de stijl van de Tour de France, proefden ze insecten, beklommen ze een muur en ragden ze over een opblaasbare stormbaan.
En alsof de organisatie van deze activiteiten nog niet genoeg werk was, kreeg het UIT-bestuur er in 2014 een uitdaging bij: zorgen dat UITlopers onder de 18 geen alcohol drinken. Minderjarige eerstejaars werden gemerkt met een speciaal polsbandje en in de gaten gehouden door vrijwilligers. Dat is dit jaar ook het geval. Wie toch drinkt, raakt het bandje kwijt en komt niet meer binnen bij de UIT-feesten.

MINDER ZORGEN
Vorig jaar ondervond een aantal eerstejaars dat aan den lijve. ‘Toen ik op de centrale post werkte, kwamen mensen langs om te vragen of ze alsjeblieft hun bandje terug mochten’, zegt Beers. ‘Er zijn enkele tientallen bandjes ingenomen.’
Maar de centrale post is vooral een plek waar leuke dingen gebeuren, benadrukt Beers. ‘De mentor van de dag wordt doorgebeld, mentoren schrijven hun groepen in voor verschillende workshops en er vinden verschillende feesten plaats’, zegt hij.
En de UIT-medewerkers op de centrale post bellen, in tegenstelling tot 1995, niet meer met angstige ouders. Die kunnen hun kinderen via mobiele telefoon in de gaten houden. En ouders hoeven zich wellicht minder zorgen te maken dan twintig jaar geleden. De kans dat hun minderjarige kind dronken in de gracht kotst en zijn of haar roes ongestoord uitslaapt in het bed van een vreemde is een stuk kleiner sinds vorig jaar.