Vakbonden en hogescholen willen iets doen aan de salariskloof tussen mannen en vrouwen in het hbo. Ze gaan uitzoeken waar het verschil vandaan komt.
Soms verdienen vrouwen in het hbo honderden euro’s minder dan mannen, ook al doen ze hetzelfde werk. Dat bleek gisteren uit een rapport van het College voor de rechten van de mens.
'De valkuilen en de risico’s die benoemd worden zijn voor een deel herkenbaar maar zeker geen bewust beleid van de hogescholen', zegt voorzitter Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen in reactie op het onderzoek. 'Als onze beloningssystemen (kleine) risico's in zich dragen, dan is het nuttig daar naar te kijken. Want discriminatie hoort niet thuis in het hbo.'
Zo denkt vakbond AOb er ook over. 'Dit gaat eigenlijk niet over de cao', zegt bestuurslid Douwe Dirk van der Zweep. 'Er is op dit punt geen belangentegenstelling tussen werkgevers en werknemers, want niemand wil vrouwen discrimineren. Het gaat om de praktijk waarin salarissen worden vastgesteld.'
Zorg en onderwijs
De hogescholen en vakbonden laten hun gezamenlijke onderzoeksbureau Zestor naar het verschil kijken. Zestor is een fonds dat informatie verzamelt over de arbeidsmarkt binnen het hbo.
Van der Zweep vermoedt dat het verschil vaak te maken heeft met het laatst verdiende salaris van mannen en vrouwen als ze in het hbo komen werken. 'In de zorg en onderwijs zijn de salarissen lager en daarin werken veel vrouwen. In de techniek, waar meer mannen werken, liggen de lonen hoger. Als een hogeschool iemand wil aannemen, is het loon bij de vorige werkgever te gebruiken als een soort bodem voor de onderhandeling. Die verschillen neem je dan mee de hogeschool in.'
Van elkaar leren
Zowel de hogescholen als de vakbonden willen nog niet vooruitlopen op mogelijke maatregelen. Eerst willen ze het onderzoek van Zestor afwachten. 'Misschien doet die een aanbeveling waarmee we uit de voeten kunnen', aldus Van der Zweep.
De Graaf gelooft vooral in de dialoog, aldus zijn schriftelijke reactie. De hogescholen kunnen van elkaar leren. De zes instellingen die aan het onderzoek meewerkten, gaan hun bevindingen delen met de overige 31 hogescholen.