Het zijn bewogen dagen voor Emre Çiçek, sinds 2020 hogeschooldocent Social Work. Hijzelf is in Nederland geboren, maar zijn ouders komen uit Kahramanmaraş, het epicentrum van de aardbeving in Turkije en Syrië. Hij is er vaak geweest. Tegelijkertijd staat hij op het punt om voor de tweede keer vader te worden.
Çiçek : ‘Mijn boodschap aan de HU rondom de gebeurtenissen in Turkije: vraag hoe het gaat met medewerkers en studenten van Turkse en Syrische achtergrond. Want het kan haast niet goed gaan met ze. Het raakt ons immens, omdat de impact van de aardbeving heel groot is. We hebben daar veel vrienden en familie en zijn er zelf vaak geweest.’
Zijn ouders zijn geboren in Kahramanmaraş, het epicentrum van de ramp in Turkije en Syrië. Ze wonen net als hij in Nederland. Maar een groot deel van hun familie woont in het getroffen gebied. ‘Ze zijn gelukkig ongedeerd’, vertelt Çiçek. In zijn jonge jaren ging hij om de twee jaar met zijn ouders naar het gebied, dat nu in puin ligt. ‘Ik heb daar vaak gespeeld en heb daar zo veel herinneringen aan. Als ik de volgende keer daar naartoe ga weet ik dat er weinig meer van over is. Dat is verschrikkelijk.’
Tranen in de ogen
Emre Çiçek studeerde Sociaal Pedagogische Hulpverlening aan de HU en behaalde er de master Ecologische Pedagogiek. Hij zette zich in voor student-vluchtelingen en hielp ze met de integratie in de samenleving. Ook werd hij voorgedragen voor een ECHO Award, een landelijke prijs voor excellente studenten met een niet-westerse achtergrond. Na zijn studietijd trad hij in dienst bij de hogeschool als docent Social Work. Hij is daarnaast voorzitter van het Netwerk Diversiteit & Inclusie.
Kun je nu nog wel gewoon werken?
‘Ik volg dagelijks het nieuws en de impact voor de mensen daar is verschrikkelijk. Ze hebben vaak geen bezittingen meer, kunnen niet terug naar hun eigen huis. Ik leef enorm mee en het houdt mij in mijn dagelijkse werk continu bezig. Als je elke dag die beelden van de ramp vanaf de bank op tv ziet, dan is het bijna onmogelijk om geen tranen in de ogen te krijgen. Werken is voor mij momenteel een afleiding. Ik merk dat ik er open over ben wat het met mij doet. Daarmee stel ik mij kwetsbaar op met het gedachtegoed delen maakt lichter en maak ik mijn omgeving ervan bewust dat dit enorm leeft.’
‘Als ik daar de volgende keer naartoe ga weet ik dat er weinig meer van over is’
‘De mensen die ik ken in Kahramanmaraş zijn ongedeerd. Maar ik krijg veel berichten dat familieleden van mijn vrienden zijn overleden bijvoorbeeld. Dan komt het ook dichtbij. En er is nog zoveel onduidelijk. Nu zijn er ongeveer 30.000 mensen als dood geteld en we zijn nog maar een week bezig in die catastrofale puinhoop. We weten niet wat ons de komende weken nog te wachten staat. Het voorspelt niet veel goeds.’
‘Tegelijkertijd is het hartverwarmend om te zien dat heel veel mensen aan het zoeken zijn naar één levende persoon onder het puin. In onze cultuur en in de religieuze tradities is er een bekend gezegde: als je één mens doodt dan is het alsof de hele mensheid wordt gedood. Dus als je één mens redt is het alsof je de hele mensheid hebt gered. Daarom zetten ze alles op alles om één persoon te kunnen redden.’
Hoe reageren de mensen om je heen?
‘Ik krijg enorme steun door berichten, mailtjes en kaartjes dat mensen met mij meeleven. Dan voel ik mij als collega gezien. Dat waardeer ik enorm. Tegelijkertijd krijg ik op de hogeschool van mensen met een Turkse en Syrische achtergrond te horen dat bekenden van hen zijn overleden. Dan ga ik even met ze zitten, want dat komt echt binnen. Het is belangrijk om elkaar in deze situatie op te zoeken. Want het gaat niet goed met ons. Ook ik heb geen woorden om uit te leggen hoe het met mij gaat. Het is gewoon niet te bevatten.’
Is de hulp die geboden wordt door de wereld voldoende?
‘Het is bewonderenswaardig om te zien hoeveel hulp en steun er internationaal geboden wordt aan de mensen in Turkije en Syrië. Dat is ook echt nodig. Elke cent helpt. Het allerbelangrijkste is nu zoveel mogelijk mensen te redden en het geven van noodhulp aan de slachtoffers die nu enorm lijden.’
‘De nasleep zal enorm zijn. Het is niet klaar na een maand hulp sturen’
‘De nasleep zal enorm zijn. Het is niet klaar na een maand hulp sturen. Het moet structureel aangepakt worden. Turkije en Syrië kunnen dit niet in hun eentje opnieuw opbouwen. Het gaat om een groot gebied, twee keer Nederland in oppervlakte. Er wonen ongeveer 13 miljoen mensen die voor een groot deel dakloos zijn.’
Er is ook een lichtpuntje in jouw leven en dat is dat jij voor de tweede keer vader wordt.
‘Mijn vrouw en ik verwachten deze week ons tweede kindje. Wij hebben een dochter van drie en wij krijgen er een jongetje bij. Het is voor mij troostend om te zien dat er levens worden genomen en dat er leven voor in de plaats komt. Elk leven is een wonder. Dat er nu nog steeds mensen worden gered na 160 uur onder het puin te hebben gelegen, zijn voor mij tekenen van wonderen. Ik ben mij er nu nog meer van bewust hoe waardevol en wonderbaarlijk het leven is van een nieuw kind dat geboren zal worden.’
Donderdag 16 februari is er tussen 11 en 13 uur een lunchbijeenkomst voor studenten en medewerkers vanwege de aardbeving in Turkije en Syrië. Het is een informele meeting met gratis lunch aan de Heidelberglaan 9. De meeting is georganiseerd door het Netwerk Diversiteit & Inclusie en HU Home.