Een serie over de duurzaamheidsdoelen van Hogeschool Utrecht en wat daarvan terecht komt. Deel 2: een einde aan honger, bereik je dat met pixelfarming in Nederland?
Uit het ambitieplan van Hogeschool Utrecht:
‘We onderschrijven de duurzame ontwikkelingsdoelen en nemen zo verantwoordelijkheid voor de toekomst van de aarde. Dit klinkt door in ons onderwijs, ons onderzoek, en onze bedrijfsvoering. ‘
Het gaat daarbij om de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen, in 2015 door de Verenigde Naties opgesteld met als doel ze in 2030 te bereiken.
Wat komt er van de ambitie van de HU terecht? Elke twee weken neemt Trajectum een duurzaam ontwikkelingsdoel onder de loep. Deel 2: een einde aan honger.
Vorige keer stond doel 1 centraal: een einde aan armoede. De HU gaf aan met welke projecten het zich inzet voor dit doel, maar de bijdrage van de hogeschool bleek beperkt. Opvallend genoeg staan op de site Duurzaam Doen van de HU twee van deze projecten nog een keer onder Duurzaam Ontwikkelingsdoel 2: einde aan de honger.
Dat is lekker makkelijk, kun je denken. Maar toch is het niet zo gek. Honger en armoede hangen vaak samen. Als je honger hebt , s werken lastig en als je flink arm bent lijdt je honger. Enfin, voor de projecten Breakfast Club en Riforest: lees die vorige aflevering.
Het derde en laatste project dat genoemd wordt, is ‘Pixelfarming. Initiatiefnemer is Simone Koekkoek. Ze werkte eerst in de bouw, maar kreeg daar geen voldoening van. ‘Ik verdiepte me steeds meer in duurzaamheid en tijdens een kampvuur met vrienden viel de vraag: ‘wat zou jij doen met een miljoen?’ Mijn vrienden bleken hetzelfde te willen als ik: een duurzame, zelfvoorzienende omgeving.’
‘Robot, vandaag moet je honderd kolen in de grond stoppen’
Simone stopte met werken in de bouw. In 2016 ontwikkelde ze een innovatiecentrum op een boerderij met 10 hectare. Samen met vrienden bedacht ze het idee van pixelfarming. Dat wil zeggen: groente, fruit, bloemen en kruiden verbouwen op heel kleine stukjes land, in sommige gevallen van maar 10 bij 10 cm. Vandaar de naam ‘pixelfarming’.
‘We telen op vraag van particulieren en restaurants,’ vertelt Simone. ‘De oogst gaat direct naar de kok.’
Het bewerken op pixels leidt tot een grote biodiversiteit. Simone: ‘De teelt is bovendien natuurinclusief, met bloemen en struiken, zonder pesticiden en zonder kunstmest. We zetten soorten die elkaar versterken bij elkaar, kunnen ziektes meteen indammen en zijn aantrekkelijk voor bijen, vlinders en insecten. Er zijn bovendien geen grote machines nodig die voor het land niet goed zijn.’
Het is wél heel veel werk, vertelt ze. Want je bent eigenlijk ‘grootschalig aan het moestuinieren’.
Dus ontwikkelden ze robots die de arbeid overnemen. Een robot wiedt bijvoorbeeld onkruid. Hij kan opkomende plantjes en onkruid onderscheiden en die laatste verwijderen. De robot weet precies waar wat staat en wat er nodig is.
Simone: ‘Sommige gewassen hebben meer pixels nodig, dat kunnen we programmeren. Zo hebben we het hele landschap ingedeeld.’
Alles werkt via een groot platform. De belangrijkste taak van de boer is het maken van keuzes voor het aansturen van dat systeem.
Simone: ‘Als een consument via de website een bestelling doet komt dat in het dataplatform. Dat rekent uit wanneer de bestelling (in combinatie met andere bestellingen) de grond in moet. Vervolgens ontstaat er een werklijstje voor de robot. Bijvoorbeeld: vandaag moet je honderd kolen in de grond stoppen.’
Volgens Simone is pixelfarming ‘een heel mooi antwoord op onze vraagstukken in de landbouw.’ Door de monocultuurlandbouw zoals we die na de oorlog in Nederland ontwikkeld hebben, gaat de waterkwaliteit achteruit, vervuilt kunstmest ons grondwater en verdwijnt de biodiversiteit.
Simone: ‘Nederland is een topland wat betreft de agrarische sector. Het heeft ons mondiaal op de kaart gezet en onze manier van grootschalige landbouw heeft ons veel welvaart gebracht. Maar we zijn er te lang mee doorgegaan en lopen nu vast. Boeren trekken steeds vaker bij ons aan de bel, ze mogen steeds minder pesticiden gebruiken. Dus willen ze weten hoe dat moet, werken met zo’n robot die het onkruid wiedt dat onherroepelijk terugkomt als je stopt met pesticiden.’
‘Ik heb hier nog geen student van de HU gezien’
Dat het project veelbelovend is, vindt Simone niet alleen: de WUR, Avans in Den Bosch, de hogere agrarische school, de TU Delft en de TU Eindhoven vinden dat ook. Die zijn allemaal in het project geïnteresseerd, doen er onderzoeksprojecten en sturen er hun studenten naartoe.
Hoe zit dat voor de HU? ‘De samenwerking is eigenlijk heel minimaal hoor, ik heb hier nog geen student van de HU gezien. Ik mocht een keer wat vertellen op een innovatiemarkt en dat was het wel zo’n beetje. Ik vind het heel jammer.’
Jammer en opvallend, gezien de prominente plek op de website van Duurzaam Doen onder ‘Einde aan de honger’. Daarover gesproken: op welke manier draagt het project eigenlijk bij aan het terugdringen van honger wereldwijd? Onze landbouw moet hervormd, zoveel is duidelijk, maar we hebben hier geen tekorten en nauwelijks honger.
Goede vraag, zegt Simone. Ze heeft geen idee of Pixelfarming al in andere landen wordt ingezet, maar ze denkt dat het ook in droge gebieden of gebieden met voedselschaarste heel goed kan werken. ‘Het kan overal. Je kunt er hele ecosystemen mee upgraden, droge gebieden weer tot leven brengen, de opbrengst van het land vergroten.’
Misschien kun je meer vinden als je zoekt op Dirk van Apeldoorn, suggereert ze. ‘Die Wageningse professor focust zich op strokenteelt en heeft wetenschappelijk bewezen dat biodiversiteit meer opbrengst oplevert dan landbouw vanuit monoculturen.’
Inderdaad leidt dat tot veelbelovende en interessante resultaten, maar nog geen toepassing daarvan in gebieden waar echt honger heerst. Pixelfarming is een prachtig project en ook heel nuttig en relevant voor de landbouwtransitie in Nederland, het broodnodige herstel van onze biodiversiteit en de natuur.
Maar omdat de HU nauwelijks betrokken is én bovendien niet te ontdekken valt op welke manier dit project mensen helpt die honger hebben, lijkt het toch een misplaatst project onder duurzaam ontwikkelingsdoel 2: een einde aan de honger. Wie bewijs heeft van het tegendeel, is van harte uitgenodigd dit te melden!
Wat is honger?
Honger is niet alleen te weinig voeding, maar ook te weinig voedzame voeding. Iemand die bijna alleen maar witte rijst eet, is bijvoorbeeld ondervoed. Wereldwijd lijden ongeveer 690 miljoen mensen honger. Hun aantal daalde een hele tijd, maar de laatste jaren neemt de honger weer toe door oorlogen, klimaatverandering en de coronacrisis. (Natuur)rampen of mislukte oogsten spelen ook een rol. Vaak ontstaat acute honger. Neem de coronacrisis. Omdat veel mensen in zuidelijke landen dagloners zijn, hebben ze tijdens een lockdown meteen een probleem.
Veel vaker hebben mensen chronisch honger: elke dag en van generatie op generatie. In Sierra Leone, een van de armste landen in West-Afrika vertellen mensen elkaar op welk moment ze van de dag gegeten hebben. 1-0-0 betekent dat je alleen een ontbijt had en 0-1-0 alleen lunch. Helaas komt drie keer nul ook veel voor. Vrouwen op het platteland hebben het vaakst honger. Toch is er voedsel genoeg.
Honger heeft dan ook niets te maken met te weinig voeding, maar met toegang tot voeding en dus met ongelijkheid. In Addis Abeba bijvoorbeeld, de hoofdstad van Ethiopië, zie je mensen bedelen bij de ingang van restaurants terwijl binnen mensen de grote hoeveelheden eten niet weg krijgen en het vervolgens wordt weggegooid. Daarin wordt het wel of geen toegang hebben tot voedsel in één beeld duidelijk.
Een organisatie die zich inzet voor honger is The Hunger Project. Onder het motto: ‘Honger is het grootste oplosbare probleem ter wereld’ pakt de organisatie honger aan met een geïntegreerde aanpak waarin ze vrouwen centraal zetten. Meer weten? www.thehungerproject.nl