Achtergrond

Instituten Theo Thijssen en Orthopedagogiek vanaf januari gefuseerd

De verdieping aan de Padualaan 97 waar zowel het Instituut Theo Thijssen en het Seminarium voor Orthopedagogiek zijn gehuisvest / foto Kees Rutten

De officiële samenvoeging tussen het Instituut Theo Thijssen (ITT) en Seminarium voor Orthopedagogiek (SvO) gaat januari 2023 in. Een gesprek met docent Saskia Brokamp en opleidingsmanager Paul Maasen over deze fusie. ‘De voordelen zijn vele malen groter dan de mogelijke nadelen.’

De twee instituten stevenen sinds enkele jaren af op een samenvoeging. Instemming van de Hogeschoolraad volgde oktober op die van college van bestuur en medezeggenschapsraden van de instituten.

Al bij de aanstelling in 2019 van directeur Carla Luycx tot directeur van zowel het ITT en SvO werd er serieus werk gemaakt van samenvoeging. Maar na de eerste pogingen belandde het plan in de ijskast, om de draad in 2020 weer op te pakken. Eerst zoveel mogelijk samenwerken, was het credo. Om in januari 2023 tot een formele samenvoeging te komen.

Er bestaan grote overeenkomsten tussen de twee fusiepartners ITT en SvO. Ze leiden beide leraren op bijvoorbeeld. ITT vooral met de bachelor Pabo en SvO met de master Educational Needs. Maar er zijn ook nadrukkelijke verschillen. Het ITT is gegroeid naar een instituut met 1150 studenten. En het SvO was ooit groot maar kromp naar 550 studenten. Twee opeenvolgende reorganisaties waren nodig om financieel rendabel te worden.

Sentiment

De fusie leidt bij sommige docenten van beide instituten tot enig sentiment. Zo bestaat hier en daar de vrees dat ITT het kleinere SvO opslokt. ‘Ik hoor daar wel eens geluiden over’, zegt Saskia Brokamp. Zij is sinds 2020 docent bij de master en de minor Dyslexie. Sinds 2021 werkt zij ook als onderzoeker bij het lectoraat ‘Werken in onderwijs’.

‘In het werk voor het lectoraat zit voor mij al een stukje samenwerking met het ITT’, signaleert zij. Zij doet onderzoek met Tamar Tas, docent bij het ITT. Hiervoor was zij jaren onderzoeker bij het lectoraat Geletterdheid, dat niet meer bestaat.

Brokamp over de sentimenten: ‘Ik merk dat er vanuit het management wat makkelijk over gedacht wordt. Het wordt wel eens weggewuifd. Je mag erkennen dat het gevoel bestaat en dat moet serieus genomen worden. Dat gevoel van opslokken heb ik er niet bij. Maar ik ben pas een paar jaar bij het SvO en heb die geschiedenis niet meegemaakt. Maar mijn collega’s zien de voordelen er wel van in.’

Online ervaringen

‘We dienen de eigenheid van de twee instituten te bewaren’, voegt Paul Maasen eraan toe. Hij is opleidingsmanager van de voltijd lerarenopleiding basisonderwijs, dus de pabo’s in Utrecht en Amersfoort én van de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO). Hij is twintig jaar verbonden in verschillende functies aan ITT, zoals teamleider, stagecoördinator en clustervoorzitter onderwijskunde & pedagogiek.

‘Dat er bepaalde sentimenten zijn die met vroeger te maken hebben… die hebben medewerkers van ITT ook’

Gebruik de beste elementen uit beide instituten: met dat idee is volgens Maasen de samenwerking gestart en uitgemond in deze fusie. Bijvoorbeeld met docenten van het Seminarium die gingen lesgeven bij de pabo over inclusief onderwijs, een belangrijk thema bij de master. En de pabo kan zijn voordeel doen met de online ervaringen bij de master Educational Needs. Die had al lang voor de corona-uitbraak ook een volledig digitale leergang.

‘Sentimenten van vroeger, die hebben medewerkers van ITT ook’, zegt hij. Maar docenten en managementteam moeten ervoor zorgen dat vraagstukken in het onderwijs – zoals kansenongelijkheid en nieuwkomers – worden opgepakt. Maasen: ‘We doen er goed aan om het doel steeds voor ogen te houden: dat het ten goede komt aan het onderwijs aan de leerlingen.’

Gevestigde namen

Met de fusie verdwijnen de gevestigde namen Instituut Theo Thijssen en Seminarium voor Orthopedagogiek. Hierna ontstaat het Instituut voor Onderwijs en Orthopedagogiek (IvOO). Een prima naam, vinden zij. ‘Ik vind dat dit de lading dekt’, stelt Brokamp. Het ‘Onderwijs’ staat voor de didactische aanpak, waarbij ‘Orthopedagogiek’ doelt op het accent dat het instituut voorstaat, vertelt Maasen.

De bedoeling van de fusie is om binnen één instituut een ‘doorlopende leerlijn’ aan te bieden voor het onderwijs. Studenten volgen eerst de pabo-bachelor en specialiseren zich al werkend als leraar met de master Educational Needs in het speciaal onderwijs. Jaren later weten zij hun oude instituut te vinden en volgen ze er bijscholingscursussen. ‘Die doorlopende leerlijn bestaat nu al bij de twee instituten maar die kan door de samenvoeging nog steviger neergezet worden’, zegt Brokamp.

‘Ik zie veel voordelen van het feit dat de opleidingen binnen één organisatieonderdeel vallen’

Maasen en Brokamp halen het voorbeeld aan van onderzoek naar het taal- en leesonderwijs bij kinderen. De resultaten van dit onderzoek vonden hun weg in de curricula van de pabo’s en master Educational Needs. ‘Als basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs het taal- en leesonderwijs willen verbeteren dan hebben wij met onze docenten en onderzoekers specialisten in huis. Daarmee wordt de driehoek onderwijs, onderzoek en praktijk meer benadrukt’, zegt Maasen.

Eén lijn trekken

Brokamp: ‘Doordat deze opleidingen een instituut vormen kunnen we één lijn trekken en onze visie over de volle breedte uitdragen. We krijgen in de master vaak studenten binnen die eerder een pabo aan de HU hebben voltooid. Zij willen dan na enkele jaren taalleesspecialist of gedragsspecialist worden. Dan weten we precies wat ze op dit gebied hebben meegekregen tijdens hun pabo-studie. Dat werkt heel prettig. Ik zie veel voordelen van het feit dat de opleidingen binnen één organisatieonderdeel vallen.’

Zien zij ook een mogelijk nadeel van het samengaan van de instituten? Het blijft even stil. ‘Ik zie ze niet’, zegt Maasen ten slotte. ‘Ik ook niet’, voegt Brokamp eraan toe. Ze hoort wel eens in de wandelgangen dat sommige collega’s bang zijn dat een stuk eigenheid van het instituut naar de achtergrond gaat verdwijnen. ‘Dat gevoel heb ik echter niet. Ik zie alleen maar de voordelen.’

Maasen: ‘De voordelen zijn vele malen groter dan de mogelijke nadelen. Vanuit mijn rol in het managementteam is het spannend om mee te maken of wij in staat zijn om het goed te organiseren? We lopen wel eens aan tegen het verschillend gebruik van de verschillende ict-systemen.’ Hij doelt dan op het studievolgsysteem Osiris en ACO voor cursusinformatie en dergelijke.

Integratie pabo en master?

De fusie leidt tot één instituut, met onder meer één begroting, één examencommissie en één instituutsraad. Zien zij in de toekomst vergaande vormen van samenwerking ontstaan? Zoals een integratie van de pabo en master tot één opleiding? ‘In de samenvoegingsplannen staat deze variant niet genoemd’, zegt Maasen met een lach. ‘Zover zijn we nog niet in ons denken. Laten we eerst de samenvoeging maar eens regelen.’ ‘Dat lijkt mij ook’, zegt Brokamp.