De HU legt de laatste hand aan de definitieve kwaliteitsafspraken. Op 11 maart spreekt de HSR zich erover uit. Eerder keurde het ministerie het plan deels af. Maar nu tekent de input van instituten zich duidelijker af. Die willen vooral meer studeren in leerteams, meer studieloopbaanbegeleiding en intensiever gebruik van de digitale leeromgeving. Maar de besluitvorming kende een lange weg.
Het is de bedoeling dat studenten in het hoger onderwijs de komende jaren steeds meer verbeteringen merken. Per instelling komen hiervoor tientallen miljoenen euro’s beschikbaar, bijvoorbeeld voor het aanstellen van extra docenten. Die extra docenten moeten leiden tot kleinere klassen, meer individuele aandacht en meer tijd voor studiebegeleiding en reflectie op toetsen.
Naast de investeringen in extra docenten zijn er andere manieren om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Zo trekt de HU jaarlijks enkele miljoenen uit voor ‘HU gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid’ (HUGS). In die plannen gaat het bijvoorbeeld om extra decanen en de oprichting van een discussieplatform. Ook wil de hogeschool meer werk gaan maken van de Digitale Leeromgeving (DLO) zoals Canvas en blended learning. Al deze plannen staan in de negende conceptversie van de Kwaliteitsplannen 2020-2024 van het college van bestuur. Die wordt momenteel besproken met de Hogeschoolraad (HSR).
Afschaffing van de basisbeurs
Goed beschouwd komt het extra geld van het ministerie van Onderwijs voor deze zogenaamde Kwaliteitsafspraken van de studenten zelf. Het komt vrij door afschaffing van de basisbeurs in 2015. Daarbij spraken ministerie en Vereniging Hogescholen (VH) af dat elke instelling met een plan zou komen voor onderwijsverbetering. Keuringsorganisatie NVAO zou het beoordelen, waarna de minister de miljoenen al dan niet kon toekennen.
De HU zou in de verdeling van het ministerie bijna 14 miljoen euro extra tegemoet kunnen zien in 2020, oplopend tot ruim 24 miljoen in 2024. En de hogeschool werkte voortvarend aan de plannen hiervoor. Het kwam zelfs als eerste met een Kwaliteitsplan op de proppen. De HSR ging hiermee in mei 2018 akkoord. De basis was gelegd: het grootste deel van het geld ging naar meer docenten, daarnaast zijn er enkele miljoenen euro’s voor HUGS en de DLO. Waarbij de HU in 2019 en 2020 alvast een deel uit eigen middelen betaalde.
Analyse van de Nationale Studentenenquête
Het college van bestuur werkte al vanaf eind 2017 aan de Kwaliteitsafspraken. Door gesprekken met studenten, de medezeggenschap, instituutsdirecteuren en analyses van bijvoorbeeld de Nationale Studentenenquête. Daaruit bleek onder andere dat niet iedere opleiding dezelfde investeringsbehoefte heeft.
Het leidde in het conceptplan tot behoorlijk concrete cijfers. Instituten zoals Arbeid & Organisatie en Theo Thijssen krijgen er zo’n één tot tweeënhalve ton euro in 2020 bij. Dat kan oplopen tot enkele tonnen in de jaren erna. Grotere instituten zoals Archimedes en Verpleegkundige Studies kunnen dit jaar bijna een miljoen euro extra bijschrijven, tot ruim anderhalf miljoen in 2024. Voor de duidelijkheid: deze bedragen zijn bedoeld voor extra docenten, los van groeiende of dalende studentenaantallen bij een instituut.
Kritisch over hoe de HU extra docenten wil aanstellen
Kat in ’t bakkie met die Kwaliteitsafspraken, zo leek het destijds wellicht. Maar een deskundigenpanel van de NVAO gooide roet in het eten. Dat was in december 2018. De voorzitter van het panel, Pim Breebaart, maakte in een zaal van de HU bekend dat het een positief advies gaf over de Instellingstoets Kwaliteitszorg Onderwijs (ITK). Tegelijkertijd had hij minder goed nieuws over de Kwaliteitsafspraken. De investeringen voor ‘gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid’ en digitale leeromgeving kregen de goedkeuring van het panel, maar het panel – en later de minister – waren kritisch op de manier waarop de HU extra docenten wilde aanstellen.
Zo waren de plannen om meer docenten aan te trekken bij de instituten nog niet uitgewerkt. Ook ontbrak het aan instemming van de instituutsraden. Het college oordeelde dat er ‘meer focus’ moest komen om versnippering tegen te gaan. In plaats van aan te haken bij alle zes de thema’s in het Sectorakkoord, beperkt de HU zich tot drie. Dat zijn kleinschalig onderwijs, betere begeleiding van studenten en onderwijsdifferentiatie. De overige drie thema’s (studiesucces, onderwijsfaciliteiten en docent-professionalisering) komen via andere wegen tot stand, bijvoorbeeld via de HUGS of uit de reguliere middelen.
Instituten moesten aan de bak
Na de gedeeltelijke afkeuring moesten de instituten aan de bak. De instituutsdirecteur diende een vernieuwd formulier in te vullen waarvoor het geld nodig is, inclusief aantal formatieplaatsen en euro’s. Ondanks de focus van het college op drie thema’s bleef er een trits aan mogelijkheden over. Een greep: instelling van leerteams, kleinere klassen, bijspijkeren in taalvaardigheid, aanleren van onderzoeksvaardigheid en het werven van praktijkopdrachten. De uiteindelijke keuzes zijn gemaakt in overleg met de medezeggenschap; de instituutsraad moest de goedkeuring geven aan de plannen, terwijl de opleidingscommissies een positief advies moest afgeven.
Een dezer dagen komen alle instituutsplannen in de openbaarheid. Collegevoorzitter Jan Bogerd zei op een vergadering van de HSR dat veel instituten inzetten op leerteams en extra studieloopbaanbegeleiding. De voorstellen zien er goed uit, zei hij. ‘We hebben een geweldige slag gemaakt.’
Veel instituten beperken zich tot vijf doelen, maar sommigen hebben hoge ambities en opteren voor investeren in 25 items. Dat is nogal veel, liet hij zich ontvallen. ‘Maar daar hebben wij geen invloed op, het is de keuze van de instituten’, opperde Bogerd.
Vijftien plannen zijn al goedgekeurd
Inmiddels zijn de Kwaliteitsafspraken van vijftien universiteiten en hogescholen in het land goedgekeurd. Die bevatten voorstellen van het verkleinen van werkgroepen tot het verruimen van het aantal studieplekken. De HU legt nu de laatste hand aan het definitieve Kwaliteitsplan. Op 11 maart moet de HSR zich erover uitspreken. Daarna is het woord aan de NVAO en het ministerie van Onderwijs. De HU liep bij de eerste Kwaliteitsafspraken voorop. ‘Een typisch voorbeeld van te snel willen’, kapittelde panelvoorzitter Breebaart destijds. Maar hij voegde eraan toe: ‘Jullie kunnen het, maar neem de tijd ervoor.’