Achtergrond

HU-studenten ontwerpen oogmasker voor baby’s in WKZ

V.l.n.r. Marijke, Emma, Niels. Foto: Kees Rutten

Hoe kun je voorkomen dat te vroeg geboren baby’s worden blootgesteld aan te veel licht? Met die vraag gingen vier studenten een half jaar aan de slag tijdens de minor Design for Health. ‘Ik studeer Werktuigbouwkunde en liep ineens mee op de intensive care voor baby’s.’

Jozua van Duuren loopt al veertien jaar rond als verpleegkundige op de Neonatale IC van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ). Daar liggen te vroeg geboren baby’s van 24 tot 30 weken oud, die intensieve zorg nodig hebben. Elk in een eigen couveuse, met een gordijn eroverheen.

Tijdens zijn werk liep Jozua tegen een probleem aan: de baby’s worden meerdere keren per dag blootgesteld aan fel licht. ‘Als we bloed moeten prikken of voeding moeten geven, dan moet dat gordijntje even van de couveuse af.’

Die blootstelling aan het felle tl-licht is heel anders dan de natuurlijke omgeving van een donkere baarmoeder. Het zorgt voor stress bij de baby’s en dat belemmert de groei. ‘Het licht dempen is geen optie, want dan kunnen we de kleur van de baby niet goed controleren. Dat is juist belangrijk bij deze kwetsbare baby’s.’
Jozua stapte naar het Innovatielab UMC Utrecht, een plek waar studenten, verpleegkundigen en technici werken aan innovaties in de zorg. ‘Ik dacht: dit is een probleem dat verholpen kan worden.’

Jozua van Duuren. Eigen foto.

In de minor Design for Health werken studenten uit de zorg-, techniek- en overige sectoren samen aan projecten voor zorgverleners en zorginstellingen. Emma (24) studeert Werktuigbouwkunde en dook samen met drie klasgenoten op het probleem van Jozua. Een half jaar lang, vijftien uur per week.

Dagje meegelopen

Om het probleem beter te begrijpen, liepen de vier studenten – die zelf niets in de zorg doen- eerst een dag mee met Jozua. Emma: ‘Ik ging mee met de ambulance omdat een baby’tje van de high care unit van het St. Antonius Ziekenhuis werd opgehaald.’
Haar klasgenoot Niels was erbij toen een vrouw plotseling van een tweeling beviel. Jozua: ‘Hij heeft zelfs nog dingen aangegeven, want ja, bij een tweeling kom je soms handen tekort.’

De maanden daarna verdiepten de studenten zich in het lichtprobleem en mogelijke oplossingen. Emma: ‘De lampen op zo’n IC zijn echt fel. Ik moest denken aan het blauwe licht, daarvan zeggen ze ook dat je dat moet vermijden voor het slapen. Daar worden die baby’s ook aan blootgesteld, soms zelfs meerdere dagen. Dat lijkt me niet echt ontspannen.’

Een brilletje zonder naden

Er bestaat al een speciaal brilletje voor baby’s die bij een bepaalde behandeling langere tijd aan heel fel licht worden blootgesteld. Die bril is stug en zit niet goed om hun hoofdje heen. Niet ideaal, maar wel een basis voor de oplossing. Emma: ‘We wilden een soort bril ontwerpen, met een stof dat licht kan tegenhouden en lucht moet doorlaten. Zonder naden, want die zijn een broedplaats voor bacteriën.’

Het bestaande brilletje is een wegwerpproduct. Ook dat wilden de studenten niet, het is niet duurzaam. Emma: ‘Dus je moet het ook kunnen wassen, als een soort ooglapje. Maar daar komen ook uitdagingen bij: wie gaat dat doen? Hoe heet moeten we het wassen? Wie neemt die verantwoordelijkheid?’

3D hoofdje

De studenten spraken met een stoffenexpert en overlegden met Jozua. Emma: ‘In het WKZ hebben ze een realistische pop van een baby van 24 weken, maar die kunnen we niet zomaar lenen om testen mee uit te voeren. Daarom hebben we een pop op schaal geprint met een 3D printer. Op internet stond een model.’ Ze lieten de ogen van het hoofdje hol, zodat ze er een lichtsensor in konden zetten. ‘Zo konden we testen welk materiaal geen licht doorlaat. De pasvorm van het master wordt hiermee ook getest.’

Het oogmasker

Prototype

Toen kwam de volgende uitdaging: hoe maak je een ooglapje comfortabel vast aan zo’n klein babyhoofdje? Jozua dacht mee. ‘De baby’s op de afdeling hebben een mutsje om hun beademingsmateriaal vast te houden. Daar kunnen we het ooglapje aan verbinden.’ Inmiddels hebben Emma en haar klasgenoten een prototype gemaakt. Een lapje dat met klittenband onder het mutsje kan worden vastgemaakt. ‘Katoen voor op de huid, polyester voor erbuiten.’

Echt gebruiken?

Het lapje moeten ze nog officieel laten testeb op huidirritatie, iets waar de studenten geen bevoegdheid voor hebben. En er zijn nog andere hobbels op de weg, voordat het UMC Utrecht de lapjes in bulk kan aanschaffen. Maar Jozua verwacht dat ze het lapje op een dag zeker in gebruik kunnen nemen. Nu nog wachten op iemand die er een handeltje in wil beginnen.