Achtergrond

‘Ik ga sowieso door met die master’

Een petitie voor het behoud van Martin van Haastrecht (60) als docent bij de opleiding technische bedrijfskunde is in enkele dagen door honderden mensen ondertekend. Zijn tijdelijk contract wordt niet omgezet in een vaste aanstelling omdat hij niet beschikt over een masterdiploma. 'Het middel is doel geworden', zegt Van Haastrecht. 
 
Wat vind je ervan dat studenten de petitie zijn gestart?
‘Hartverwarmend. Toen ik het hoorde, was ik diep ontroerd. Ik heb studenten na de Nationale Studenten Enquête, rond half maart, geïnformeerd. Ik heb daarmee bewust gewacht omdat ik verwachtte dat de aankondiging van mijn vertrek een negatieve impact zou kunnen hebben op de resultaten in de enquête. Dat zou ik jammer vinden.
De studenten zeiden dat ze mijn gedwongen vertrek niet accepteren en actie gaan ondernemen. Ik heb gezegd: ik ga het niet stimuleren maar ook niet tegenhouden, maar hou het ludiek en ik ben niet gediend van bezettingen zoals bij het Maagdenhuis. Binnen een dag was de petitie door 280 mensen ondertekend.’
 
Hoe ben je als docent bij de HU gekomen?
‘Ik heb de afgelopen 25 jaar gewerkt bij beursgenoteerde multinationals. In mijn voorlaatste functie was ik General Manager Europe van een Amerikaans bedrijf. Mijn laatste functie was financieel directeur in Duitsland van twee vestigingen. Op een gegeven moment werd mijn vrouw ernstig ziek en heb ik driekwart jaar de verantwoordelijkheid voor mijn gezin op me genomen. Toen zij min of meer genezen was, ben ik via een vriend die bij technische bedrijfskunde werkt, hier terecht gekomen. Ik gaf al eerder af en toe gastlessen.’
 
Wat was de afspraak over de master?
‘Dat ik in twee jaar tijd een master zou gaan halen. De eerste maanden, vanaf 1 oktober 2012, was ik in dienst als zzp'ers. Dus uurtje-factuurtje. Met ingang van mei 2013 kreeg ik een tweejarencontract. Toen ben ik meteen met de Master of Business Administration bij de NTI gestart. Die studie vond ik hartstikke leuk om te doen. Maar het vergt wel zo’n twintig uren studie naast een heel intensieve baan als docent.
Mijn aanstelling is vier dagen in de week. Ik heb inmiddels zeven of acht verschillende vakken gegeven. Daarvoor moet je je inlezen, al die boeken bestuderen. Ik heb ook taken overgenomen van naaste collega's die zijn vertrokken. Daarnaast heb ik drie blokken lang ook een avond per week lesgegeven aan de deeltijdopleiding. Dat waren dagen van 's morgens acht tot 's avonds tien uur. Ik werkte zeker zo'n 45 uur per week. En daarnaast heb ik langstudeerders geholpen met het opfrissen van vakken uit eerdere jaren waarvoor ze nog een tentamen moesten doen. Dat deed ik in mijn eigen tijd.’ 
 
Dat was niet te combineren met de studie?
‘Ik moest prioriteiten stellen. Vrijdags was mijn studiedag, maar dan was ik vaak bezig voor school. En vaak ook nog delen van de zaterdag en zondag. Je redt het niet op de werkdagen en binnen de uren die ervoor staan. Ik kom uit een omgeving waarin je blij mag zijn dat je het werk in veertig uur klaart en als het zestig uur kost, dan doe je dat ook. Zo werkt het in het internationaal bedrijfsleven.’
 
Ga je nog stappen ondernemen bij een vakbond of een rechtszaak om het besluit aan te vechten?
‘Juridisch gezien mag de hogeschool dit doen. Ik heb een tijdelijk contract en dat kunnen ze beëindigen. Maar of dit goed werkgeverschap is? In mijn ogen niet. Als je ziet wat ik heb bijgedragen en welke inspanningen ik heb geleverd… Op een of andere manier wordt niet erkend dat daardoor die studie in het gedrang kwam.
Ik weet dat het mijn verantwoordelijkheid is, maar de werkgever heeft ook een verantwoordelijkheid. Ik ben er nu pas achter gekomen dat ik volgens de cao recht had op een aantal studie-uren. Die heb ik niet gehad en daar heeft niemand mij op gewezen. Maar waarom zou ik dit gaan aanvechten? Als de hogeschool niet wil en als dit het beleid is van het college van bestuur maak ik toch geen kans. Ik heb geleerd om mijn energie te steken in kwesties waarbij ik invloed kan uitoefenen bij het veranderen.’ 
 
Ben je bereid die master alsnog te halen?
‘Ja. Ik ga sowieso door met die master. Als ik hier niet terecht kan, ga ik solliciteren bij een andere hogeschool. Ik vind dit werk veel te leuk. Ik ga nog steeds met veel plezier naar mijn werk en zet me tot het einde van de aanstelling volledig in. Maar ik heb stille hoop dat ik bij de Hogeschool Utrecht kan blijven. Misschien dat er elders binnen de organisatie nog plek is.’ 
 
Wat vind je van het beleid dat alle docenten over een master moeten beschikken?
‘Het komt bij mij over dat binnen de HU het hebben van een master blijkbaar zwaarder geldt dat het hebben van goed kwalitatief onderwijs. Het middel is doel geworden. De master-eis van de minister is soepeler dan de invulling daarvan door de HU.’