Tialda is docent bij hbo Rechten en schrijft columns voor Trajectum.
Het was net op tijd gelukt om twee collega’s te vinden die colleges verzorgen en nakijken in ‘mijn’ cursus in periode B. Eén van hen was Rik, een oude bekende. Jaren geleden hadden wij al eens van hetzelfde team deel uit gemaakt en daar had ik destijds plezier aan beleefd. Na de eerste lesdag was ik benieuwd naar wat de studenten vonden van dit nieuwe vak. Dus toen ik na Riks college het lokaal in kwam lopen, vroeg ik hoe zijn les was gegaan, daarnet.
‘Ik ben een beetje verliefd op Rik,’ antwoordt één van de meiden achterin met zo’n soort lachje dat me vertelt dat ik me nergens zorgen over hoef te maken. Mooi. Klinkt goed. We moeten meer verliefd zijn en zeker op deze manier. Ik ga over tot de orde van de dag door iets te doceren. Daarna vraag ik hetzelfde bij de volgende klas en nu port een student haar buurman in zijn zij. Ze zegt: ‘Rik en hij zijn matties. Ze hebben het de hele tijd over muziek en ze gaan samen iets spelen bij de diplomering, toch?’ Haar buurman zit te grijnzen op zijn stoel en knikt.
Ik wist nog wel dat Rik piano speelt en nu weet ik dat mijn student gitaar speelt en zo gemakkelijk gaat dat dus. Muziek gaat over alle grenzen heen. Die van generaties, docentschap en de tijd, want het duurt nog bijna vier jaar voor buurman zijn diploma krijgt. Als alles goed gaat.
Later kom ik Rik tegen, met een trompetje in zijn hand. ‘Ja die hebben ze gewoon hier, dus ik dacht die leen ik eventjes’. Ik denk niet dat ik verliefd ben op Rik, maar wel op deze dag. En alles zal vast goed gaan voor ze, alles.