Een parlementaire meerderheid steunt het kabinetsplan om trage studenten vanaf september 3000 euro extra collegegeld te laten betalen. Staatssecretaris Zijlstra bekijkt nog voor wie er uitzonderingen kunnen gelden. Zolang het maar niets kost.
Het debat over de begroting van het hoger onderwijs werd gehinderd doordat drie cruciale ingrepen van het nieuwe kabinet nog niet in detail zijn uitgewerkt: het wegvallen van de basisbeurs voor masterstudenten, het verhoogde collegegeld voor langstudeerders en de strafkorting voor instellingen waar zij studeren.
Bèta-studenten
Vooral de eventuele uitzonderingen op de langstudeerdersregeling hielden de gemoederen bezig. Kamerlid Anne-Wil Lucas van de VVD werd het vuur aan de schenen gelegd. In een interview had zij de deur op een kier gezet voor studenten van zware exacte en technische opleidingen. Er is de afgelopen jaren immers veel geïnvesteerd in het werven van deze studenten, en dat mag met deze maatregel niet ongedaan worden gemaakt.
Maar als de VVD voor bèta-studenten misschien een uitzondering wil maken, voor wie dan nog meer? Soms ook voor gehandicapte studenten en voor bestuurlijk actieve studenten? Vooral GroenLinks-kamerlid Jesse Klaver is bang dat er dan een wirwar aan uitzonderingen ontstaat.
Commissie-Veerman
Boris van der Ham (D66) wilde weten hoe de staatssecretaris het rapport van de commissie-Veerman ‘volledig’ gaat uitvoeren als hij fors bezuinigt in plaats van investeert. Maar volgens Zijlstra is een zak geld niet per se noodzakelijk om de kern van het Veerman-advies uit te voeren.
De verhalen over de ‘fenomenale’ bezuinigingen die hij wil doorvoeren kloppen volgens hem trouwens niet: ‘We gaan geen 220 miljoen op het hoger onderwijs bezuinigen en ook geen 750 miljoen.’ Tegenover de 370 miljoen euro die de langstudeerdersmaatregel moet opleveren – door universiteitenvereniging VSNU ‘de grootste bezuiniging op het hoger onderwijs sinds de jaren tachtig’ genoemd – staan volgens Zijlstra bijvoorbeeld 410 miljoen euro die hij in beter onderwijs voor een toenemend aantal studenten investeert. Hij zei in totaal 500 miljoen in het hoger onderwijs te willen investeren en 510 miljoen euro te willen bezuinigen.
Voorjaarsnota
De precieze financiële uitwerking van een deel van die posten volgt echter pas in de Voorjaarsnota. Het wetsvoorstel langstudeerders kan de Kamer begin volgend jaar verwachten, net als eerste reactie van het kabinet op het advies van de commissie-Veerman.