Kinderen moeten eigenlijk gymles krijgen van echte gymleraren, vindt de PvdA. Maar Kamerlid Loes Ypma wil scholen daar ook weer niet toe dwingen. 'Het blijkt vaak erg ingewikkeld.'
Staatssecretaris Sander Dekker wil meer en betere gymlessen op de basisschool, maar zet vooral in op nascholing van groepsleerkrachten. Dat is tegen het zere been van de Vakvereniging leraren lichamelijke opvoeding. 'Iemand die één of twee uurtjes bewegingsonderwijs geeft, noemen wij geen specialist', zei directeur Cees Klaassen vorige week tegen het Hoger Onderwijs Persbureau.
Ook Ypma heeft twijfels en stelt Kamervragen aan Dekker. 'Ik zou scholen niet willen dwingen om alleen maar alo-afgestudeerden aan te nemen', licht ze toe. 'Ik respecteer de vrijheid van onderwijs. Maar ik vind dat de overheid vooral moet inzetten op het aannemen van vakleerkrachten, in plaats van nascholing van groepsleerkrachten. Vandaar mijn vragen.'
Twee uur bewegingsonderwijs
Het ministerie van Onderwijs heeft met basisscholen afgesproken dat over twee jaar alle kinderen minstens twee uur bewegingsonderwijs krijgen van een bevoegde docent. Tot 2017 is er jaarlijks drie miljoen euro beschikbaar om zittende leerkrachten via de lerarenbeurs bij te scholen.
De vakvereniging vreest niet alleen voor de kwaliteit van het gymonderwijs, directeur Klaassen is ook bang dat afgestudeerden van de ALO straks aan het kortste eind trekken omdat basisscholen met het geld van de staatssecretaris hun gymleraren gaan vervangen door groepsleerkrachten.
Ook over die verdringing vraagt Ypma opheldering: ze wil weten of de staatssecretaris daar rekening mee houdt.
