Achtergrond

Kasbah in de polder

11 oktober 1995. Het nieuwe gebouw van de faculteit Economie & Management wordt geopend en voor het eerst zetelt de hogeschool in De Uithof. De FEM is een architectonisch hoogstandje van bureau Mecanoo, dat nog steeds liefhebbers van over de hele wereld trekt. De nieuwe bewoners – docenten, studenten en medewerkers – moeten even wennen aan de strakke verschijning, maar veroveren het gebouw langzaamaan met een nieuw restaurant en IKEA-meubels.

Wat vooraf gaat
Stedelijk architect Rem Koolhaas wordt begin jaren negentig gevraagd met zijn Office of Metropolitan Architecture (OMA) een Masterplan te ontwerpen voor De Uithof waarin vernieuwende architectuur een grote rol speelt. De losse universiteitsgebouwen die er tot dan toe staan, zijn gedateerd, ontoegankelijk, onsamenhangend. Dat moet anders, helemaal nu ook andere instellingen dan de universiteit een plek in De Uithof krijgen en het een heuse campus moet worden.
De Padualaan moet volgens Koolhaas de Kasbahzone worden, verwijzend naar Noord-Afrikaanse woongemeenschappen: aaneengesloten, lage, in zichzelf gekeerde gebouwen. Het eerste gebouw van de Kasbahzone is in 1995 klaar: de faculteit Economie & Management, ontworpen door architectenbureau Mecanoo.
Tot dan heet de school nog de Hogeschool voor Economie & Management (HEM), die verspreid zit in zeven gebouwen door de stad, waaronder de Kaatsstraat en de Laan van Chartroise. Na de opening van het nieuwe gebouw wordt de HEM een faculteit van de Hogeschool van Utrecht (later Hogeschool Utrecht) en gaat de FEM heten.

Van ontwerp tot realiteit
Harm Noordhof, dan bestuursvoorzitter van de HEM, en later collegelid van de HvU, heeft als taak de Hogeschool voor Economie & Management vanuit zeven locaties onder één dak te brengen. ‘De Kaatsstraat waar we destijds zaten was een oud kantoor, een gesloten gebouw. We wilden dit nieuwe gebouw daarom zo open mogelijk hebben: van beneden naar boven, je moest elkaar altijd kunnen zien.’
Het ontwerp van architect Francine Houben van Mecanoo springt er meteen uit. Noordhof: ‘Het modernistische van Mecanoo sprak me enorm aan. De spectaculaire binnenkomst, hoe de collegezalen als dozen in het gebouw hangen, prachtig. Naar achteren toe wordt het dan wat “gewoner”.’
‘Wij noemden het ontwerp “Kasbah in de Polder”, naar het idee van de Kasbahzone,’ vertelt architect Francine Houben. ‘Toen wij ons verdiepten in het idee van een Noord-Afrikaanse gemeenschap, kwamen we uit bij een sobere, open stijl, met drie patio’s die voor de details zorgen, net als bij een echte kasbah.’ Die patio’s krijgen ieder een thema: zen, jungle en water. Alleen de junglepatio is open voor publiek. Via een loopbrug die tegelijk kunstwerk is kun je van de ene naar de andere kant lopen. ‘We wilden geen klaslokalen met minimale gangen, maar een open ruimte met veel ontmoetingsplekken. Je moest het collectief van de school kunnen voelen. Wat in de wandelgangen gebeurt, bepaalt de sfeer.’
Het budget voor de bouw van de FEM is niet groot en mag niet overschreden worden. Noordhof: ‘Alles werd drie keer nagerekend voordat we ja zeiden, naderhand hadden we een miljoen gulden over.’ Mecanoo moet door een beperkt budget schipperen. ‘Aan de voorzijde met de hal, de mediatheek en de grote collegezaal wordt veel aandacht besteed, de laatste gaat ook een congresfunctie vervullen voor andere zaken dan onderwijs. Achterin het gebouw moet het soberder, ook in materiaalgebruik.’ Iedere studierichting krijgt wel een studieplein met eigen secretariaat.

De menselijke maat
‘Het contrast met de Kaatsstraat kon niet groter zijn’, vertelt Janus Ruighaver, destijds docent bedrijfseconomie. ‘Van een kantoor zonder collegezaal naar een prettig, open en licht gebouw. Ik kan me een busreisje met docenten naar de bouwplaats herinneren. Ik was behoorlijk onder de indruk van de kasbah-filosofie.’
Eenmaal gesetteld in de FEM wordt een centrale ontmoetingsplaats gemist, zowel door medewerkers als studenten. Ruighaver: ‘We hielden één keer per maand een docentenborrel in een van de lokalen.’ De studenten morren in het begin dat het net een ‘gevangenis’ is, dat het lijkt of het ‘niet af’ is, met al dat beton. Het is niet gezellig, niet vriendelijk genoeg. Op de studiepleinen aan het einde van de gangen staan op een gegeven moment meubels van IKEA. Slimme studenten commerciële economie hebben een deal gesloten met het concern.
Rond 2002 krijgt het gebouw personeelsrestaurant FEMke boven de receptie, meer projectruimten en een kunstcommissie die de gangen gebruikt als expositieruimte. De grote collegezalen worden geregeld verhuurd als congresruimten voor representatieve doelen, er komen meer zitjes in de open ruimten en de kantine krijgt een facelift. Bij FEMke heerst een geheel andere sfeer dan in de rest van het gebouw. Chesterfields en pubuitstraling staan in schril contrast met de strakke architectuur van het gebouw.
Ruighaver: ‘Vooral FEMke is een prettige ontmoetingsplek geworden, ik heb er zes keer een bridge- en klaverjastoernooi georganiseerd.’ Harm Noordhof vindt de leren fauteuils boven de receptie juist jammer. ‘Ze lijken niet te horen bij de modernistische, strakke uitstraling van het gebouw.’ Francine Houben vindt het een normaal proces dat mensen hun eigen draai geven aan het gebouw waarin ze werken. ‘Alleen jammer dat we er niet bij betrokken zijn geweest.’

Zestien jaar na de opening staan er nog elke week groepjes architectuurliefhebbers voor de FEM met hun camera’s in de aanslag. Harm Noordhof: ‘Het gebouw heeft enorm veel publiciteit gekregen. We waren genomineerd voor de Rietveldprijs in 1997 en het gebouw maakte deel uit van een architectuurroute door de stad. Ik ben nog steeds trots op de FEM, het is het mooiste gebouw in De Uithof.’