Minister Bussemaker gaat over twee weken een beurs van vijftigduizend euro uitreiken aan de ‘docent van het jaar’. Voor zulke Comenius-beurzen komt op termijn twintig miljoen euro per jaar beschikbaar.
De docent mag met dat geld een project voor de verbetering van het onderwijs financieren. De minister hoopt dat deze Comenius-beurzen niet alleen tot onderwijsvernieuwing leiden, maar ook de waardering voor onderwijs verhogen.
De allereerste beurs is dus bestemd voor de ‘docent van het jaar’ van 2016. De minister wijst deze docent niet zelf aan. Een jury van deskundigen koos vijf genomineerden uit ruim twintig inzendingen.
De kanshebbers komen zowel uit de academische wereld als uit het hbo. Het zijn Meindert Flikkema (Vrije Universiteit), Aswin van Oijen (Tilburg University), Erwin Hans (Universiteit Twente), Max Bogers (Fontys Hogescholen) en Loes Damhof (Hanzehogeschool).
Afschaffen van de basisbeurs
De jury bestaat uit de inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie (Monique Vogelzang), de voorzitter van de Onderwijsraad (Henriëtte Maassen van den Brink), de voorzitter van expertisenetwerk EHON (Noël Vergunst), een bestuurslid van het Interstedelijk Studenten Overleg (Simon Theeuwes) en de winnaar van vorig jaar (Alexandru Iosup van de TU Delft).
Het verdelen van Comenius-beurzen is één van de manieren waarop de minister het hoger onderwijs wil verbeteren, nu er meer geld beschikbaar komt door het afschaffen van de basisbeurs.
Voor de Comenius-beurzen komen straks niet alleen docenten in aanmerking, maar ook hele docententeams en onderwijsmanagers. De beurzen kunnen oplopen tot 250 duizend euro. De minister wil met de Comenius-beurzen 'een bijdrage te leveren aan meer gevarieerde carrières op hogescholen en universiteiten', schreef ze in haar ‘strategische agenda’.
