Maartje studeert Communicatie aan de HU en schrijft columns voor Trajectum
Een tijdje terug is er een artikel over mij geplaatst in het AD. Het was een interview over mijn hospiteerervaringen waarin ik eigenlijk alles heb gezegd wat ik in mijn column heb geschreven, maar dan zonder dat ik er voor betaald krijg. Ik ontdekte dat ik het niet leuk vind om in een artikel te staan waar ik geen controle over heb. Vooral omdat ik nog niet om kan gaan met de reacties.
Ik heb tegen mezelf gezegd dat ik de reacties niet moet lezen, ik vermeed ze sowieso al, maar dan krijg ik het probleem wat ik Schrödingers* Commentsection noem: Niet weten wat er in de reacties staat betekent dat de reactie tegelijkertijd als positief en negatief beschouwd kan worden. Al is positief eigenlijk verwaarloosbaar.
Het lastige van Schrödingers Commentsection is dat ik er in mijn hoofd automatisch negatief van maak. Op X (voorheen Twitter) stonden een stuk of vijf reacties. Die kan ik dus tellen als vijf positieve en negatieve reacties, dat zijn vijf negatieve reacties te veel.
Ik wilde toch even spieken, wie weet was het positief, in tegenstelling tot de rest van X. Maar helaas, genoeg reacties om te persoonlijk op te vatten. In mijn column zei ik dat het aan mij lag dat ik geen kamer kon krijgen, want wie houdt er niet van zelfspot? Maar zodra anderen het over mij zeggen, dan vind ik het niet meer leuk. Ik ga er uiteraard heel volwassen mee om door er een hele column over te schrijven.
*Schrödingers kat was een gedachte-experiment waarbij een kat werd opgesloten in een stalen doos samen met een flesje blauwzuur. De doos was hermetisch afgesloten en het flesje blauwzuur zou op een onbekend openen waardoor de kat zou overlijden. Omdat dit onbekend is en de doos afgesloten is kan een buitenstaander die de doos observeert de kat beschouwen als zowel levend als dood.