Er zijn geen zestigduizend, maar 72 duizend langstudeerders in het hoger onderwijs. Daar is het kabinet dit voorjaar achter gekomen.
Het gaat om studenten die meer dan een jaar zijn uitgelopen in hun bachelor- of masteropleiding. Zij moeten vanaf 1 september 2012 drieduizend euro extra collegegeld gaan betalen, als ook de Eerste Kamer hiermee akkoord gaat. De Tweede Kamer heeft al eerder voorgestemd.
De extra langstudeerders zullen het kabinet op termijn geld opleveren: uiteindelijk zo’n 23 miljoen euro per jaar. Daarmee wordt deels het uitstel van de langstudeermaatregel betaald: eigenlijk wilde het kabinet dat langstudeerders al komend studiejaar extra zouden moeten betalen, maar officieus gedoogpartner SGP wilde de huidige studenten wat meer tijd gunnen.
De cijfers staan in de antwoorden van staatssecretaris Zijlstra op vragen die de Eerste Kamer hem stelde over zijn wet op het verhoogde collegegeld voor langstudeerders. De senatoren stelden nog meer vragen.
Zo wilde regeringspartij CDA weten of masterstudenten van techniek- en bètaopleidingen geen extra uitlooptijd zouden moeten krijgen. Ze volgen immers moeilijke studies en zouden zwaarder worden getroffen door de maatregel dan studenten van alfa- en gammaopleidingen.
Maar dat ontkent Zijlstra. Het percentage langstudeerders is juist bovengemiddeld hoog bij masteropleidingen recht (15,2 procent), economie (15,8 procent) en taal & cultuur (13,8 procent). Bij ‘zware’ opleidingen als techniek (8,5 procent), gezondheidszorg (10,7 procent) en natuur (9,0 procent) is het aandeel langstudeerders juist lager dan gemiddeld.
‘Anders gezegd: hoe langer de master duurt, hoe geringer het percentage langstudeerders’, aldus Zijlstra. ‘Juist doordat een master langjarig is, is men beter in staat om de studie op tijd af te ronden.’
Wel verzuimt hij te vermelden dat techniekstudenten in hun bacheloropleiding vaker vertraging oplopen. Van hen is maar liefst 22 procent langstudeerder. Bij opleidingen in de sectoren recht en cultuur is dat 19 procent.