Columns

Ming worstelt. Hoezo therapie. Het gaat toch goed met me?

Foto: Kees Rutten

Ming Zhu studeert Journalistiek. Dit is zijn eerste column voor Trajectum.

Ik wil niet.

Ik app mijn therapeut om een EMDR-sessie in te plannen. Ik wil niet.

Ik denk in de supermarkt na over hoe ik mijn therapiesessies wil vormgeven. Ik wil niet.

Ik wacht op het perron van Utrecht Centraal op de trein voor mijn eerste sessie.

Ik wil niet.

Ik voel een trekkend, samengeknepen gevoel boven mijn navel. Alsof iemand mijn buik als een balletje fijnknijpt tot alle lucht eruit is gewrongen. Een gevoel van falen. Tekortschieten. Schaamte. Ik wil niet erkennen dat het niet goed gaat. Dat studeren niet lukt. Dat ik hulp nodig heb. Tranen springen in mijn ogen. Ik snik. Met waterige ogen en een zwaar hart stap ik de trein in.

Weerstand. Met grote bakken weerstand ga ik naar mijn eerste EMDR-sessie. Een methode waarbij je teruggaat naar een traumatische gebeurtenis in je verleden, terwijl je de heen en weer bewegende vingers van je therapeut volgt met je ogen. Op de een of andere manier wordt het dan makkelijker om pijnlijke herinneringen toe te laten en te vervangen voor iets anders, iets positiefs. Ik dacht dat het bedoeld was voor traumatische ervaringen waar je in acuut gevaar bent, zoals een oorlogssituatie of een ongeluk. Volgens mijn therapeut kun je er ook baat bij hebben als je je als kind machteloos of bedreigd voelde.

Ik heb de laatste tijd vaker dat ik me niet kan concentreren als ik met de studie bezig ben. Dat ik me angstig voel. Niet goed genoeg. En dat ik dan streng ben voor mezelf, vind dat ik me niet moet aanstellen. Ik kan toch gewoon studeren? Anderen kunnen het ook. Af en toe denk ik aan mezelf als kind. Beelden van mijn jeugd schieten langs. Zit daar dan toch een trauma verborgen?

Het is woensdagavond. Ik kom thuis van een lange dag werk, als ik word gebeld. Iemand voor wie ik gevoelens heb, is blijven slapen bij een goede vriend van me. Ik word boos op haar, hang op en huil. Ik voel me afgewezen. Geen liefde waard. Schaamte. Diepe, diepe schaamte. Een gevoel dat ik herken van mijn depressie.

Misschien is het niet normaal, hoe slecht ik me voel over mezelf. Misschien is dit het moment, om dat te erkennen. Ik pak mijn telefoon, scroll door mijn contacten, en spreek een audiobericht in:

‘Hey Sabine, het gaat niet zo goed met me. Zouden we weer een sessie kunnen inplannen?’