Jazeker, dit kabinet belooft dat de prestaties in het Nederlandse onderwijs omhoog gaan. Maar de minister van OCW maakt nog niet duidelijk hoe het parlement dit kan controleren.
Minister Marja van Bijsterveldt (foto) zou graag willen dat er minder leerlingen en studenten uitvallen. Ook moet er in het onderwijs meer aandacht komen voor de ‘kernvakken’. Maar streefwaarden noemt ze niet. Ze zal de Tweede Kamer informeren ‘op de geëigende momenten’.
Halverwege december hadden de leiders van de oppositiepartijen gezamenlijk een reeks vragen gesteld over de doelstellingen van de nieuwe regering, ook op het gebied van onderwijs. Welke prestaties wil het kabinet eigenlijk verhogen en hoe kan de Tweede Kamer meten of de doelstellingen gehaald worden?
Het ministerie kon de vragen niet snel genoeg beantwoorden en vroeg twee weken geleden uitstel. Nu zegt de minister dat sommige indicatoren nog nader moeten worden uitgewerkt. De ‘nulmeting’ is volgens haar de stand van zaken bij aanvang van het kabinet in september vorig jaar. Als sommige feiten niet bekend zijn, moet er een nieuwe nulmeting komen.
De oppositie vraagt dus vergeefs om feiten, percentages en doelstellingen. Hoe het kabinet verantwoording zal afleggen? Zoals altijd: in het departementaal jaarverslag dat op Verantwoordingsdag aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
‘Het kabinet grossiert in nietszeggendheid’, vindt SP-kamerlid Jasper van Dijk. ‘Alle antwoorden worden vooruitgeschoven: we moeten maar wachten tot de begroting van 2012. Eén ding weten we intussen: het kabinet wil Nederland naar de top vijf van kenniseconomieën brengen zonder daar extra geld voor uit te trekken.’