Interview

‘Naar Nederland? Dat meen je niet!’ Marhainska schreef dit handboek voor Antilliaanse studenten

Het lijkt zo simpel, maar je moet alleen nog op het idee komen: een handboek voor jongeren uit Curaçao die hier komen voor hun opleiding. ‘Studeren in Nederland is voor Caribische jongeren vaak een koude douche,’ schreef Dagblad Trouw vlak voor de zomer. Ook voor Rignald was het doorbijten, vertelde hij ons.

Marhainska Sakoetoe kwam veertien jaar geleden naar Nederland en hield het, in tegenstelling tot veel van haar lotgenoten, vol. Inmiddels werkt ze in Utrecht als orthopedagoog. Om de jongeren van haar eiland te helpen schreef ze een boek. Het staat vol do’s en don’ts, ervaringen en uitleg. We spraken haar vanochtend, vlak voor haar werk.

Voor veel jongeren in Curaçao is het een droom: studeren in Nederland. Bijna de helft van de jongeren uit het Caribische deel van het Koninkrijk vertrekt naar Nederland. Zo’n driehonderd per jaar komen aan op Schiphol, het hart gevuld met verwachtingen. Eenmaal hier valt het ze vaak tegen. De gure herfst, de directe Hollandse cultuur, zelfstandig moeten zijn. Ze krijgen heimwee en haken af.

Sakoetoe verschijnt in videobeeld, stipt op tijd een grote glimlach op haar gezicht. In smetteloos Nederlands weegt ze haar woorden.  ‘Het zijn geen domme mensen, er zit potentie in. Maar er zijn zoveel factoren die het ze moeilijk maken. Drie van de vier studenten halen het niet, zei de hogeschool in 2018.’

‘In Nederland groei je op met het geven van je mening’

Ze wilde ze helpen. Want Sakoetoe weet uit eigen ervaring hoe onmogelijk het soms is voor Antilliaanse jongeren om contact te leggen met hun klasgenoten. De taal is een uitdaging. Weliswaar volgen ze op het eiland onderwijs in het Nederlands, maar ze spreken het thuis nauwelijks en zijn dus niet echt tweetalig te noemen. Dan is er nog het cultuurverschil.

Dertien jaar geleden had ze nooit een interview durven geven. Inmiddels heeft ze geleerd om mondiger te zijn. ‘Gisteren op mijn werk hadden we een vergadering, waarin er van me verwacht wordt dat ik het woord neem. In Nederland groei je op met het geven van je mening. Als driejarige mag je al zeggen wat je wil eten, bijvoorbeeld. Op Curaçao is dat anders. Bescheidenheid is belangrijk, de groep gaat voor. Wij spreken ouderen niet tegen, zij hebben het laatste woord. Docenten moeten zich dat realiseren. Ze kunnen buitenlandse studenten helpen door ze na de les op te zoeken en te vragen of ze alles wel begrepen hebben. Uit zichzelf komen ze niet.’

Dat Hollanders wat lomp kunnen zijn, staat in de eerste de beste reisgids. Sakoetoe is inmiddels gewend aan de Nederlandse directheid. ‘Als iemand nu tegen me zegt: “Jeetje, jouw Nederlands is eigenlijk nog steeds slecht,” neem ik het niet meer persoonlijk.’ Haar lezers bereidt ze er zorgvuldig op voor.

Met driehonderd man en toch alleen

Ze laat in haar boek een aantal ervaringsdeskundigen aan het woord en schroomt niet om de rauwe werkelijkheid te tonen. Toen ze zelf in 2007 in Utrecht ging studeren, was ze de enige buitenlander in de klas. Ze zat met driehonderd studenten in de collegezaal, maar had het gevoel er alleen voor te staan. Aan Radio 1 vertelde ze over haar heimwee: ‘Alles is nat, grijs en het liefst stap je op het vliegtuig terug naar de zon.’

Het moeilijkst was het als haar familie ziek was of wanneer ze belangrijke gebeurtenissen miste. De feestdagen vond ze ook zwaar, ook al vierde ze die met haar vriend. ‘De dure vliegtickets en het beperkte aantal vakantiedagen maken het moeilijk om even heen en weer te gaan.’

Een belangrijk advies geeft ze over studiekeuze. Bij gebrek aan open dagen raadt ze de aanstaande studenten aan om van tevoren mensen te zoeken die de opleiding al hebben voltooid. ‘Anders is de kans groot dat je voor verrassingen komt te staan in de eerste maanden. Als de opleiding niet naar je zin is, gaat het eerder mis.’

Ze wijdt ook een hoofdstuk aan financiën, een groot deel van de jongeren worstelt ermee. Zelfstandig worden, niet even je was naar je ouders kunnen brengen, je eigen potje koken. Dat valt rauw op je dak, het eerste jaar. Ondertussen moet je je studiepunten halen, anders mag je niet door naar jaar twee.

‘Nederland? Dat meen je niet!’

Kun je het verlangen naar het eiland ook voorkomen? Nee. ‘Heimwee krijg je gegarandeerd. Depressie komt ook veel voor en dat is taboe. Schaam je er niet voor, bel je moeder, je vriendin en dwing jezelf om hier contacten te leggen. Dat is niet simpel, want in deze individualistische cultuur heeft iedereen een volle agenda. Ga ook vooral niet over je grenzen als het niet goed voelt. Maar blijf niet binnen zitten, ga sporten, desnoods alleen maar lopen en  beweeg. Maak muziek, dat werkt ook helend, en je ontmoet er mensen mee. ‘

De titel van haar boek ‘Hulanda? Stò’i nèk!’ betekent zoveel als ‘Nederland? Dat meen je niet!’ Ze schreef het in het Papiaments, maar timmert hard aan de weg om het in het Engels te laten vertalen. Gisteren sprak ze de gevolmachtigde minister van Curaçao in Den Haag die haar toezegde om haar met de juiste mensen in contact te brengen. Morgen vliegt ze naar het eiland voor een publiciteitstour. Ze heeft afspraken met diverse boekhandels. Grote kans dat haar boek over een half jaar in het Engels te koop is op haar site.


Er studeren ruim 11.000 studenten uit het Caribische deel van het Koninkrijk – de landen Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba – in Nederland, het grootste deel in het hoger beroepsonderwijs. Bijna de helft van de jongeren op de zes eilanden vertrok tussen 2013 en 2017 naar Nederland, becijferde het CBS.

Lees ook: Uit Curaçao komen en hier studeren. Hoe voelt dat?