Zwaar gedreven studenten

In haar vrije tijd praat Naomi het liefste over haar vak met scholieren

Foto: Kees Rutten

Voor sommige studenten is het leven meer dan blokken en bier drinken. In deze serie vertellen geestdriftige zielen waar ze belangeloos hun tijd aan besteden. Vandaag Naomi: ze enthousiasmeert middelbare scholieren voor het vak Verpleegkunde.

‘Natuurlijk heb ik tijd voor een interview!’ Naomi Kweekel (20) loopt zoekend rond naar een lege ruimte in Heidelberglaan 7. De vierdejaarsstudent Verpleegkunde groet docenten, knoopt een praatje aan en kijkt door de raampjes. ‘Die lokalen zijn altijd vol, dat is echt een probleem. Maar we vinden wel iets hoor. Even die trap op!’

De HU organiseert van alles om scholieren over de streep te trekken. Proefstudeerdagen, online voorlichtingen en open dagen. Naomi is er praktisch altijd bij. Voor de open dagen krijgt ze betaald, de rest doet ze vrijwillig. In de acht drukste weken van het jaar kost het haar gemakkelijk veertig uur per week. ‘Mijn vrienden vinden het weleens jammer. “Je kiest altijd voor de HU en niet voor ons”, zeggen ze dan. Of: “Kun je daar niet beter je matrasje uitrollen?”’

Hoe komt een student erbij om zoveel tijd op te offeren aan scholieren? Naomi begon zelf  met studeren in coronatijd. ‘Ik wilde iets doen naast mijn opleiding en mijn docent vroeg of ik wilde helpen met de open dagen, die toen nog online waren.’ Zo rolde ze erin, ze werd steeds vaker gevraagd. ‘Ik schijn een glinstering in mijn ogen te krijgen als ik over mijn vak vertel. Die hartstocht voor de zorg wil ik overbrengen aan anderen. Maar het liefst wil ik dat ze weten wat het inhoudt, zodat ze geen verkeerde beslissing nemen.’

Een glimlach brengen

De keuze is reuze: zie maar eens goed te kiezen als je rond de zeventien bent. Voor Naomi was het niet zo ingewikkeld, zij wilde altijd al de zorg in. ‘Sommige patiënten zien niemand op een dag, en dan ben ik degene die een glimlach op hun gezicht brengt, hoe ziek ze ook zijn.’ Toen ze een proefstudeerdag volgde op de HU wist ze het zeker: ‘Het karakter van andere verpleegkundestudenten trok me over de streep. Ze willen zieken verzorgen, dus zijn lief en zorgzaam. Anders dan op de middelbare school, daar waren mijn leeftijdsgenoten best arrogant.’

Toch moet je het vak niet mooier maken dan het is. ‘Vervelende taakjes horen erbij en je wordt snel overvraagd.’ Door het tekort in de zorg, werd Naomi tijdens haar stages vaak als voltallig verpleegkunde ingezet en voor vier patiënten tegelijk zorgen. ‘Dan vraagt de één vraagt of ik kan helpen met douchen, de ander om meer pijnmedicatie. Een derde is bang voor de operatie…’

Met die werkdruk leerde ze omgaan, ook door erover te praten op school. ‘Nu kan ik goed voor mezelf opkomen en laat ik het weten als er te veel op mijn bord dreigt te komen te liggen.’

Meest gestelde vragen

Er bestaan wat stereotypen over het vak. De meeste jongeren willen het liefst in een ziekenhuis gaan werken en patiënten helpen. Naomi: ’Ze denken vaak dat je mensen beter kunt maken en hun problemen oplost. Dan ben ik eerlijk. Als verpleegkundige bent je vooral je patiënten aan het helpen met hun ziekte of aandoening om te gaan.’

De meestgestelde vraag van studiekiezers?  Daar hoeft ze niet lang over na te denken. De meesten willen weten of er ook een mogelijkheid tot ziekenhuisstage bestaatin het eerste jaar. Dat willen ze liever dan stagelopen in de ouderenzorg, merkt Naomi. Het antwoord is nee. ‘Mij leek het ziekenhuis ook interessanter, maar toen ik zelf als eerstejaars met ouderen moest werken, gaf het me veel meer energie dan ik had verwacht. Ze zijn zó eenzaam. Dat ik ze gezelschap kon houden, gaf me een dankbaar gevoel.’

De tweede meest gestelde vraag aan Naomi is waarom ze voor Utrecht koos. ‘De opleiding is hier groot, maar we werken in groepjes waardoor het niet zo voelt. Op de campus is het mooi dat je studenten van allerlei studies tegenkomt. Omdat we niet midden in de stad zitten, draait het hier vooral om het leren van ons vak.’

Toekomst

Als ze is afgestudeerd, wil ze kinder- of oncologieverpleegkundige worden. ‘Of een combinatie.’ Ook als ze klaar is met haar opleiding blijft ze het liefst thuis wonen. ‘Mijn tweelingbroer is net op kamers gegaan, en ik heb zijn ruime kamer gekregen. Bovendien: na alle studentenkamers die ik heb gezien, denk ik: ik zit hier prima in Hollandsche Rading.

Volgende week begint ze met haar laatste stage, op de kinderafdeling in het Meander Ziekenhuis. ‘Dat wordt bijzonder.’ Eén nadeel: ze heeft minder tijd om voorlichting te geven. Maar de vrije dagen die ze bij haar stage krijgt, wil ze ook inzetten om studiekiezers te helpen. ‘Dit geeft me veel meer voldoening dan op het terras zitten. Dat laatste kan altijd nog.’