Impact van AI

Neemt AI het werk van tolken gebarentaal over en gaat de opleiding verdwijnen?

Foto: Kees Rutten

AI is de wereld aan het veranderen. Banen zullen veranderen of geheel verdwijnen. Hoe reageren docenten daarop? Trajectum duikt elke aflevering in één opleiding en stelt de vraag: Wat doen jullie met de komst van AI? Deze keer: Maartje de Meulder van het Instituut voor Gebarentaal en Dovenstudies.

Maartje de Meulder is hogeschoolhoofddocent bij het Instituut voor Gebarentaal en Dovenstudies (binnenkort Instituut voor Communicatie en Gebarentaal). Daar worden tolken Nederlands Gebarentaal (NGT), schrijftolken en docenten NGT opgeleid.
Ook is De Meulder senior onderzoeker bij het lectoraat Logopedie: Participatie door Communicatie. Ze richt zich op ethiek en toepassing van taaltechnologieën en menselijke tolken gebarentaal. Zelf is ze ook doof en een gebruiker van deze technologieën en van tolken gebarentaal.

Het ’tolktekort’ speelt al minstens twintig jaar. Geen tolk kunnen vinden kan ingrijpende gevolgen hebben: geen toegang tot medische zorg, niet kunnen deelnemen aan lessen op school, sollicitatiegesprekken mislopen of geen woning kunnen kopen.

Worden tolken gebarentaal overbodig door AI?
‘Vooralsnog zeker niet, maar AI gaat wel een steeds grotere rol spelen in het vakgebied en in de opleiding van tolken. De discussie gaat vaak over AI die tolken zou “vervangen”. Ik verwacht vooral dat AI bepaalde taken kan overnemen en dat het zowel tolken als dove gebruikers ondersteunt en versterkt. Tolken is meer dan vertalen tussen twee talen. Menselijke tolken kunnen bijvoorbeeld nuances aanbrengen en sarcasme herkennen.

Stel dat iemand zegt “nou, dat was echt een fantastisch idee” (bedoeld als kritiek). Een tolk zal een sarcastische gezichtsuitdrukking gebruiken terwijl AI dit waarschijnlijk letterlijk zou vertalen, zonder te tonen dat het sarcastisch bedoeld is. Bij een ongemakkelijke stilte zal een tolk bijvoorbeeld pauzeren, een vragende mimiek tonen, of op een andere manier signaleren dat er iets spannends of ongemakkelijks gebeurt – zelfs als er geen woorden vallen. 

Daarnaast werken menselijke tolken in situaties waarin vertrouwen en menselijk contact cruciaal is: denk aan een slechtnieuwsgesprek of een netwerkbijeenkomst. AI kan misschien gaan ondersteunen in eenvoudige situaties, maar voor een groot deel blijft communicatie mensenwerk.’

Oud HU-student Irma Sluis bij de persconferenties van Rutte. Foto: ANP

Hoe kan AI een hulpmiddel zijn voor doven en slechthorenden?
‘Apps als Google Live Transcribe of Big Text zetten spraak om naar tekst via een app. Daarnaast bieden platformen als Teams of Zoom automatische ondertiteling op het scherm – onderaan, of bovenaan, groter of kleiner, in welke kleur etc. dat kan je zelf kiezen. Dat gebruik ik ook. Op deze manier ben ik in online meetings minder zichtbaar als “de dove deelnemer”. Dat kan invloed hebben op de dynamiek van een gesprek– soms ten goede, omdat ik dan “gewoon” één van de deelnemers ben in plaats van “de dove deelnemer die iemand mee heeft om te tolken”. Anderzijds: mijn functie op de HU betekent dat ik niet enkel een passieve deelnemer ben, maar ook actief deelneem. Dat is via de chatfunctie soms lastiger: iedereen moet dan wel de chatbox in de gaten houden.

Het vinden van geschikte tolken – zeker op korte termijn – is vaak lastig, dus daar biedt AI opties. Soms vinden sommige dove mensen het fijner om even geen tolk te hebben. Bijvoorbeeld een gesprek bij de huisarts, waar privacy een rol speelt en een vertaalapp soms de voorkeur heeft.’

Het vinden van geschikte tolken – zeker op korte termijn – is vaak lastig. Foto: iStock

Komen er ook digitale tolken gebarentaal? Als een soort avatar of hologram?
‘Er zijn experimenten met AI die geïsoleerde gebaren herkent of een avatar laat gebaren. Die systemen zijn nog lang niet perfect, onder andere vanwege het gebrek aan data en de complexiteit van gebarentalen. Er komt veel meer bij kijken dan alleen bewegingen: de overgang tussen gebaren, de mimiek, mondbeeld, ruimtegebruik.

Maar niet alles hoeft AI te zijn. Ik werk met Floris Roelofsen van de Universiteit van Amsterdam (SignLab Amsterdam) aan een pilot om te kijken hoe een Augmented Reality-bril ingezet kan worden bij tolken op afstand. Momenteel zijn best veel dove gebruikers daar niet heel tevreden mee omdat ze de tolk zien in 2D, vaak op een klein scherm. Door een AR-bril kunnen we ervoor zorgen dat gebruikers een tolk op afstand levensgroot in hun directe gezichtsveld zien, en de tolk kunnen verschuiven en vergroten in hun gezichtsveld.

Er zijn ook brillen die ondertiteling op het scherm projecteren. Of dit beter werkt dan een tolk op afstand verschilt per persoon en per context. Iemand die goed Nederlands kan, vindt het misschien prima om ondertitels te volgen als hij tv kijkt, maar wil liever een tolk tijdens een netwerkbijeenkomst.

Als deze technologie zoveel verbetert dat er niet altijd meer een mens meer tussen hoeft te komen, kan dat echt een game changer zijn voor dove en slechthorende mensen. Menselijke tolken kunnen dan efficiënter ingezet worden in die situaties waarin ze echt nodig zijn.’

AR-bril. Foto: iStock

Hoe snel komt dit er?
‘Er bestaan al prototypen van slimme brillen met ondertiteling. Sommige musea en theaters gebruiken AR-brillen voor live ondertiteling. Hologrammen voor gebarentaal bestaan experimenteel – bijvoorbeeld voor informatie op treinstations en in luchthavens.

Simpele toepassingen als ondertitelingsbrillen zullen binnen een aantal jaar gewoon worden, verwacht ik. Maar complexe systemen die gesprekken volledig automatisch kunnen vertalen tussen een gebarentaal en een gesproken/geschreven taal? Dat duurt nog minstens tien tot vijftien jaar denk ik. En zelfs dan zullen er grenzen blijven.’

Wat zijn ethische bezwaren om AI te gebruiken in dit vak?
Bias en uitsluiting bijvoorbeeld, doordat zo’n AI-systeem vaak door horende ontwikkelaars wordt gebouwd met beperkte data. Er zijn ongeveer 6.000 gesproken talen in de wereld, maar Google Translate ondersteunt er zo’n 240. Voor gebarentalen verwachten we een vergelijkbare scheefgroei. Niet iedereen kan dus evenveel profiteren van AI, en je hebt er bijvoorbeeld ook stroom en Wifi voor nodig. Iets wat niet overal vanzelfsprekend is.

Nog een ethische overweging: in welke domeinen kunnen we automatische vertaling gebruiken in plaats van menselijke tolken, en wie beslist dat? Instanties als de zorg of justitie zouden goedkope maar gebrekkige machinevertaling kunnen verkiezen boven professionele tolken, waardoor dove mensen technologie moeten accepteren in situaties waarin dat niet wenselijk is. Denk aan de gezondheidszorg of justitie.’

Foto: iStock

‘Een onderbelicht risico: AI wordt vaak voorgesteld als een “vervanger” van menselijke tolken gebarentaal, als een manier om het “tekort” op te lossen. Maar het is niet zo dat tolken in alle situaties even wenselijk zijn (en AI dus ook niet). In onderwijs voor jonge dove kinderen bijvoorbeeld. Zij zijn nog volop bezig met hun taalontwikkeling, ook voor gebarentaal. Een tolk lijkt dan handig, maar is niet altijd een goed taalrolmodel. Bovendien denken mensen soms dat het daarmee wel geregeld is, terwijl het juist belangrijk is om écht contact te maken met het kind.’

Hoe kan AI een hulpmiddel zijn voor horenden, om met doven en slechthorenden te communiceren?
‘Horende mensen kunnen nu al met dove en slechthorende mensen communiceren, daar is geen AI voor nodig. Iedereen kan gebarentaal leren en dingen opschrijven. Maar AI kan zeker helpen, bijvoorbeeld door spraak-naar-tekst apps, of in de toekomst spraak-naar-gebarentaal en vice versa. Ook hier is er onuitgesproken bezorgdheid die leeft bij sommige dove mensen: als alles automatisch vertaald kan worden, waarom zouden horende mensen dan nog inspanning doen om gebarentaal te leren?

In een getolkte situatie kan het fout gaan, ook zonder dat de tolk, dove gebruiker of horende gesprekspartner dat merken. Dat is uiteraard ook het geval met AI. Communicatie blijft een gedeelde verantwoordelijkheid. De vraag is: hoe kunnen risico’s, zowel in getolkte situaties als in situaties met AI, zo veel mogelijk beperkt worden?’

Hoe gaat AI uiteindelijk het vakgebied helpen?
‘Tolken kunnen mogelijk efficiënter gaan werken door automatische transcripties, waarbij de dove gebruiker in real-time de vertaling kan volgen. AI kan ook helpen met bijvoorbeeld namen, cijfers, en vingerspelling, iets waar menselijke tolken het vaak lastiger mee hebben.

Specifiek over taaltechnologie, kan AI repetitieve of voorspelbare taken overnemen waardoor tolken meer tijd en energie hebben voor de echt complexe of gevoelige communicatie. Bij presentaties op conferenties gebruik ik liever automatische ondertiteling. Lang naar een tolk kijken kan vermoeiend zijn, en ondertiteling geeft direct toegang tot de originele woorden van de spreker. Voor netwerken gebruik ik liever een menselijke tolk, omdat bij netwerken net het menselijke aspect heel belangrijk is: als je snel een grapje wil maken, maar ook omdat mensen door elkaar praten. Het is lastig om vlot te netwerken wanneer je iemand moet vragen in een telefoon te spreken, dan naar het antwoord moet kijken en terug moet typen. Als je dan klaar bent met je antwoord is die persoon al met iemand anders aan het spreken.’

Wordt er in de opleiding al iets gedaan met AI?
‘Nog niet, maar we hebben veel plannen. We willen studenten leren hoe ze AI-tools kritisch kunnen gebruiken, door ethische vragen te behandelen zoals de impact op werkgelegenheid, privacy en communicatiekwaliteit.

Dankzij spraak-naar-tekst kunnen ook dove docenten tolkvaardigheden lesgeven, bijvoorbeeld tolken van NGT naar Nederlands. We plannen daarnaast ook onderzoek naar hoe dove mensen AI gebruiken en wat dat betekent voor tolken en andere professionals. De praktijk verandert razendsnel: dove tolken werken bijvoorbeeld soms al mee aan commerciële content waarbij avatars gebaren via motion capture, waarna zij de vertaling controleren, het parallel gebruiken van tolken en automatische ondertiteling wordt een deel van de dagelijkse realiteit.

AI-geletterdheid zal een vast onderdeel worden van de opleiding. AI zal ook steeds vaker worden ingezet in het onderwijs zelf, bijvoorbeeld voor feedback, oefensituaties of het simuleren van getolkte gesprekken. Tolken van de toekomst moeten niet alleen communiceren tussen talen en culturen, maar ook tussen mensen en technologie.’

Lees ook:
Neemt AI de juristen over en gaat de opleiding verdwijnen?