Zojuist zijn de bewindslieden van het nieuwe kabinet Rutte III beëdigd. Van de beide ministers van OCW heeft Ingrid van Engelshoven (D66) de leiding over het departement. Arie Slob (ChristenUnie) is minister ‘zonder portefeuille’.
Gisteren werd bekend hoe de taakverdeling tussen de beide ministers er precies uitziet. De portefeuille mbo gaat in elk geval naar Van Engelshoven. Bij haar presentatie als kandidaat-minister had D66 dit niet vermeld, wat tot de nodige verontwaardiging leidde: hoe kon zo’n belangrijke onderwijssector vergeten worden?
Van Engelshoven heeft daarmee alle portefeuilles die haar voorganger Jet Bussemaker ook had, waaronder hoger onderwijs en wetenschapsbeleid, lerarenopleidingen en volwasseneneducatie. Daar is het ‘groene’ onderwijs aan toegevoegd: denk aan de opleidingen van de Wageningen Universiteit, en aan de agrarische opleidingen in hbo en mbo. Die vallen niet langer onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Economische Zaken.
Minister ‘zonder portefeuille’
Om het onderscheid met minister Van Engelshoven van OCW duidelijk te maken heet Arie Slob minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. In grondwettelijke zin is hij minister ‘zonder portefeuille’: dat houdt in dat hij niet belast is met de leiding van het ministerie. Maar hij heeft wel degelijk portefeuilles. Het basisonderwijs, voortgezet en speciaal onderwijs vallen onder hem en hij gaat ook over het arbeidsvoorwaardenbeleid van het onderwijspersoneel. Verder is hij dus verantwoordelijk voor het mediabeleid.