De studentenbonden zijn het niet eens geworden over de nieuwe aflossingstermijn van de studieschuld. Het ISO heeft geen bezwaar tegen 25 jaar, maar de LSVb houdt vast aan vijftien jaar.
Als het aan minister Plasterk ligt krijgen afgestudeerden straks tien jaar langer de tijd om hun studieschuld af te lossen. Hij kondigde dat aan in zijn strategische agenda. Maar een halszaak wil hij er niet van maken. Hij zegde de Tweede Kamer eind vorig jaar toe dat de studentenorganisaties wat hem betreft mogen uitmaken of de verlenging er al dan niet komt. Veel concreter zijn de lobbykansen van voorzitters Lisa Westerveld (LSVb) en Bastiaan Verweij (ISO) de afgelopen zes maanden niet geweest.
Maar aan de vooravond van het formele overleg met de minister in de Studentenkamer moeten de beide voorzitters erkennen dat ze de minister niet eensgezind kunnen adviseren. Het ISO heeft geen probleem met Plasterks voorstel. ‘Tien jaar langer aflossen kost weliswaar meer rente’, zegt Verweij, ‘maar je betaalt wel een lager maandbedrag. En wie wil kan zijn schuld natuurlijk ook in vijftien jaar aflossen.’ Gunstig is volgens hem ook dat afgestudeerden pas gaan betalen als ze 120 procent van het minimumloon verdienen. ‘Nu is het minimumloon de ondergrens.’
Westerveld van de LSVb wil echter vasthouden aan een aflossing van vijftien jaar. ‘Ten eerste omdat mensen met een mager inkomen dan tien jaar korter tegen hun schuld aanhikken en ze het eventuele restbedrag eerder kwijtgescholden krijgen.’ Maar er speelt ook een strategisch motief: ‘We zijn bang dat de stap van een langere aflossingstermijn naar een sociaal leenstelsel heel klein is. En daarmee hebben we grote moeite.’