Wie een tweede masteropleiding wil volgen, kan maar beter de prijzen vergelijken. Aan de ene universiteit betaal je duizenden euro’s meer dan aan de andere, terwijl het onderwijs lang niet altijd beter is, blijkt uit de nieuwe Keuzegids Masters.
Het hoogste tarief vragen de medische masteropleidingen in Groningen. Die kosten 32 duizend euro per jaar, als de student niet meer in aanmerking komt voor het lage wettelijke collegegeldtarief van 1.771 euro. Masteropleidingen van alfa-richtingen kosten in Groningen 10,5 duizend euro en de rest dertienduizend euro per jaar.
Daarmee is de Groningse universiteit niet eens de duurste van Nederland. Dat is de Universiteit Utrecht, waar een tweede masteropleiding voor een alfa- of gammastudie 14,4 duizend euro per jaar kost. Het tarief voor exacte opleidingen is nog hoger: 17,9 duizend euro per jaar.
Vergelijk dat eens met de TU Delft en de TU Eindhoven. Die rekenen geen cent extra voor een tweede masteropleiding. Masterstudenten betalen er allemaal hetzelfde tarief, ongeacht of ze voor een eerste of tweede masteropleiding komen. Hetzelfde geldt voor Tilburg, waar studenten dan wel binnen de nominale tijd klaar moeten zijn. Anders gaan ze alsnog een hoger tarief betalen.
Van de universiteiten die een verhoogd tarief vragen, is de ‘goedkoopste’ de Radboud Universiteit Nijmegen, die nog altijd 9,1 duizend euro vraagt. Vlak daarachter komt Wageningen met 9,2 duizend euro.
Wageningen biedt wel de beste masteropleidingen, meent de Keuzegids. Samen met de Open Universiteit. Maar het ontloopt elkaar niet veel. Het goedkope Tilburg (1.771 euro per jaar) staat vierde van onderen met zestig punten, terwijl Maastricht (12 duizend euro per jaar) vierde van boven staat met 63 punten.
Helemaal onder in de instellingsranking belanden de twee Amsterdamse universiteiten. De UvA krijgt 55 punten en de VU 57 punten voor de masterprogramma’s. De scores zijn gebaseerd op studentenoordelen uit de Nationale Studenten Enquête en deskundigenoordelen uit de accreditatie. Kengetallen over masteropleidingen willen de universiteiten niet of nauwelijks verstrekken.
Studenten moeten in principe het ‘instellingscollegegeld’ betalen voor een masteropleiding, als ze al eerder een masterdiploma hebben behaald. Alleen voor zorg- en onderwijsmasters is een uitzondering gemaakt. Wie bijvoorbeeld een masteropleiding Engels heeft gevolgd en leraar Engels wil worden, betaalt het lage tarief voor de masteropleiding tot eerstegraads leraar Engels.
Maar wie al eerder een educatieve master heeft afgerond en bijvoorbeeld een onderwijsbevoegdheid in een tweede vak wil halen, moet zelf voor de kosten opdraaien en het hoge tarief betalen.