Nieuws

Eis: zeven jaar cel voor Uithofmoord

De officier van justitie in Utrecht eiste vrijdag 29 mei zeven jaar cel en tbs voor Nigel Q, de man die eind november HU-student Ingar Bareno (foto) in De Uithof doodstak. De rechtbank doet over twee
weken uitspraak. Achterdocht en paranoia zijn de tweedejaars student chemie Ingar Bareno (24) fataal geworden.

Nigel Q. (23) was er zo van overtuigd dat zijn vriendin vreemd was gegaan met
Bareno, dat hij haar mishandelde om die naam te horen, bleek voor
de Utrechtse rechtbank. Q. stak dezelfde dag Bareno dood in de gang van
studentencomplex De Bisschoppen.

Een miskraam was volgens Q. het begin van alle ellende. Het ging steeds
slechter met hem en zijn relatie. Hij werd steeds achterdochtiger. Vroeg
zich af of hij nog wel de enige was van wie zijn vriendin hield. Die
achterdocht ging eind november 2008 zo ver dat Q. zijn vriendin dwong om in
de auto te stappen. Hij reed naar een afgelegen plek om het over haar
vermeende overspel te hebben. ,’Ze zei me dat ik mij geen zorgen hoefde te
maken, maar in haar uitstraling zag ik dat het mis was.’

Q. bleef net zolang doorvragen om uit haar te krijgen wat hij wilde horen. Zij
bleef ontkennen. Totdat hij buiten de auto op haar ging zitten, haar bij de
keel greep, meermalen haar hoofd tegen de grond sloeg en haar naar de vijver
sleepte waar ze waren gestopt. ‘Zeg me de waarheid. Anders maak ik je dood
en gooi ik je in de sloot’, zou hij haar hebben toegebeten.

Uiteindelijk noemde zijn vriendin drie namen om haar leven te redden. De
eerste twee geloofde Q. niet. Toen ze de naam Ingar Bareno noemde – de
vriend van een vriendin – voelde Q. zich ‘fucked up’: verraden. ‘Ik
geloofde deze naam wel direct, omdat ik al eens eerder had gezien dat ze
elkaar een signaal gaven, dat ze iets hadden.’

Het hoge woord was er in de ogen van Q. uit, maar het probleem niet opgelost.
Terug in haar kamer in De Uithof voelde Q. zich steeds angstiger worden. Het
conflict bleef en buren, Bareno en diens vriendin waren in aantocht om te
bemiddelen. Q. vreesde dat Bareno, een fanatiek beoefenaar van vechtsporten,
hem iets aan zou doen. ‘Ik was bang dat we ruzie zouden krijgen, omdat ik
mijn vriendin had mishandeld.’

Q. ging niet weg, maar nam een lijntje cocaïne uit zijn portemonnee. Hij stak
een mes tussen zijn broekband en wachtte gespannen af wat komen ging. ‘Ik
was helemaal in de war. Wist niet wat ik moest doen. Toen ik op de gang
Bareno een onverwachte beweging zag maken, stak ik hem in zijn been en in
zijn borst. Ik dacht dat hij mij wat aan wilde doen.’ De getalenteerde
student chemie had volgens ooggetuigen geen schijn van kans. Bareno overleed
ter plaatse.

Q.’s ex-vriendin was gisteren niet bij de zitting aanwezig. Zij is gestopt met
haar studie en probeert op Aruba een nieuw leven op te bouwen. Achteraf
begrijpt Q. niet dat het die dag zo vreselijk uit de hand kon lopen: ‘Ik
vraag het mezelf ook af. Ik heb zoveel spijt dat ik niet eens kan uitleggen
hoeveel.’

Van moord, zoals de officier van justitie ten laste legde, wil Q. niets weten. ‘Als het moord was, dan wist ik waar ik mee bezig was. Dat wist ik niet.’
Volgens gedragswetenschappers heeft Q. mogelijk een beginnende vorm van
schizofrenie, is hij paranoïde en anti-sociaal.