Nieuws

Salaris in hoger onderwijs niet marktconform

Dat staat in een rapport van Sociaal Economisch Onderzoek, een instituut van de Universiteit van Amsterdam. De economen berekenden in opdracht van het ministerie van binnenlandse zaken hoe de lonen in de collectieve sector verschillen van de lonen in het bedrijfsleven. De cijfers gaan over 2004. Een academicus in de collectieve sector heeft gemiddeld een achterstand van twaalf procent op zijn evenknie in het bedrijfsleven. Maar er zijn fikse afwijkingen. Zo verdienen rechters juist zestien procent meer en ook in academische ziekenhuizen is het loon zeven procent hoger. Daarentegen krijgt een academicus in het voortgezet onderwijs maar liefst een derde minder uitbetaald dan in het bedrijfsleven. Hbo’ers lopen gemiddeld zo’n elf procent mis als ze in de collectieve sector werken: drie procent minder in dienst van een hogeschool en zestien procent minder aan de universiteit. In het voortgezet onderwijs is dat twaalf procent. Binnen de collectieve sector levert een baan als militair het meest op, te weten zes procent boven het marktconforme salaris voor hbo’ers. Het onderzoek wijst ook uit dat managers in het onderwijs een kwart minder verdienen dan in het bedrijfsleven. Maar het zijn er wel een stuk meer. Het bedrijfsleven telt één manager voor 68 medewerkers, terwijl er in het hogeschoolmanagers leiding geven aan 28 medewerkers. Aan de universiteit is de verhouding één op 52. De onderzoekers zeggen er wel nadrukkelijk bij dat de term ‘manager’ veel verschillende functies kan aanduiden en dat de getallen slechts een benadering zijn. Overigens is het voor vrouwen gunstiger om in de collectieve sector te werken dan voor mannen. Vrouwen worden in het bedrijfsleven namelijk onderbetaald, waardoor de verschillen met de collectieve sector een stuk kleiner zijn. Een vrouw verdient in het hbo ongeveer één procent minder dan in het bedrijfsleven, terwijl een man al snel een vijfde moet inleveren. Aan de universiteit loopt de man bijna twee keer zo ver achter op het bedrijfsleven als de vrouw: 22 tegen 13 procent. Ouderen zijn in het bedrijfsleven duidelijk beter af. Wie tussen de 35 en 55 jaar oud is heeft in de marktsector een mooiere loonstrook. Jongeren tot 25 jaar worden in de collectieve sector relatief goed betaald. (HOP)