De Vrije Universiteit voldoet aan de eisen die het ministerie van OCW stelt aan het financiële beheer. Investeringen in obligaties de IJslandse Kaupthing-bank doen daaraan niets af.
In antwoord op kamervragen van oppositiepartij SP laat minister Plasterk weten dat de jaarverslagen van de instelling steeds zijn gecontroleerd en goedgekeurd door een externe accountant, en dat die ook nagaat of de Vrije Universiteit zich wel houdt aan de beleggingsregels van het departement.
Plasterk wil nog niet vooruitlopen op de gevolgen die een eventueel faillissement van Kaupthing op de Vrije Universiteit heeft. Volgens de SP heeft de VU zes miljoen euro geïnvesteerd bij de geplaagde bank. ‘Indien op termijn zal blijken dat een deel van de obligaties niet zal worden afgelost, zal daarover mogelijk contact met de raad van toezicht van de VU plaatsvinden, om geïnformeerd te raken over de gevolgen die dit verlies heeft voor de universiteit’, formuleert Plasterk omzichtig.
Ook op de vraag of het kabinet op korte termijn de regels gaat aanscherpen voor onderwijsinstellingen die beleggen met publiek geld, houdt Plasterk zijn kaarten op de borst. Hij kondigt een onderzoek aan naar de vermogenspositie van onderwijsinstellingen en gaat niet in op mogelijke uitkomsten. Wel laat hij nogmaals weten dat de bestaande beleggingsregels voor universiteiten en hogescholen scherp zijn: zo mag alleen worden belegd bij financiële ondernemingen die onder scherp toezicht staan en kunnen instellingen alleen investeren met ’tijdelijk overtollige middelen’.
Overigens liet de Vrije Universiteit vorige maand al weten niet in zwaar weer te zullen komen op het moment dat de instelling haar IJslandse investeringen verliest. Bovendien weigert de instelling het bedrag van zes miljoen euro te bevestigen. Universiteitsblad Ad Valvas onthult deze week dat het gaat om maar liefst tien miljoen euro.