De hogescholen reageren
mild, de universiteiten zijn boos en de studenten schamperen dat Plasterk zijn
problemen over hun rug probeert op te lossen. De eerste reacties op de
miljoenennota.
De HBO-raad reageert
opmerkelijk mild en is ‘blij’ met de aandacht die het kabinet schenkt aan
rekenen en taal. De hogescholen doen al lange tijd hun best om het reken- en
taalniveau van hun studenten op te schroeven en dit ‘extra werk wordt dus nu
beloond’, constateert de raad tevreden: de hogescholen krijgen hiervoor de
komende vier jaar zes miljoen euro extra. ‘Ernstig gemis’ is wel dat het niveau
van de scholieren niet op korte termijn wordt aangepakt. Voorzitter Doekle Terpstra hoopt dat OCW zal ‘doorpakken’.
Voorzitter Sijbolt Noorda van
universiteitenvereniging VSNU hekelt
de daling van de onderwijsuitgaven per student. Hij noemt het ‘wrang’ dat de
universiteiten nog geen half jaar geleden ambitieuze inspanningsafspraken hebben
gemaakt met de minister van OCW en desalniettemin volgend jaar minder geld
krijgen. De VSNU is wel verheugd dat er aardgasbaten beschikbaar blijven voor
onderzoek, maar betreurt het gebrek aan structurele financiering. Nederland
investeert bij lange na geen drie procent van het BNP, wat volgens de
Lissabon-doelstellingen in 2010 zou moeten gebeuren.
De studentenorganisaties ISO
en LSVb reageren teleurgesteld
op de onderwijsbegroting. Minister Plasterk heeft prachtige plannen met het
hoger onderwijs, maar het mag vooral niet te veel kosten. LSVb-voorzitter
Lisa Westerveld rekent voor dat het budget voor
uitvalbestrijding per student neerkomt op een slordige 38 euro per student. En
daarmee kom je er volgens haar niet. ‘Alleen met échte investeringen gaat de
kwaliteit van het onderwijs omhoog. Van dit geld kan iedere student jaarlijks
misschien een uurtje naar de studieadviseur.’
Ook Merel van Wanrooij van het ISO is nauwelijks onder de indruk van
het hogeronderwijsbudget. Zij noemt de sector ‘een ondergeschoven kindje’ dat
niet de prioriteit krijgt dat het verdient. ‘Meevallers uit de
studiefinanciering gaan naar de kinderopvang en extra investeringen voor leraren
worden betaald door verhoging van het collegegeld’, stelt ze. Flinke
verbeteringen in het hoger onderwijs zullen dus wel op zich laten wachten. En
dat vindt ze jammer: ‘Plasterk moet alle zeilen bijzetten om het hoger onderwijs
op peil te houden.’
Walter Dresscher
van de Algemene Onderwijsbond
kan de begroting ook niet waarderen. Hij noemt de aanpak van het
lerarentekort ‘overdreven optimistisch’. Hij ziet niet hoe Plasterk ‘op korte
termijn extra leraren uit zijn hoed tovert’. Bovendien wordt het aandeel van het
onderwijs op de rijksbegroting kleiner. Dat zijn geen ‘forse
onderwijsinvesteringen’, constateert Dresscher.