Columns

Olivier denkt aan de ‘heren’ van het Amsterdamse corps

Foto: Kees Rutten

Introweken. Bedoeld om studenten met elkaar en hun stad kennis te laten maken. Gezelligheid hier en daar. Realiteit: van de Oudegracht tot de Korte Koestraat houdt FOMO en kuddegedrag de menigten in haar greep. ‘Jij wordt toch ook wel lid van een vereniging?’

Voor een proefperiode mochten dit jaar in Utrecht tweehonderd mbo-studenten meedoen. Boffen zij even. Meedoen met de groten van het hbo, en de nog wijzeren van de universiteit. Vanaf 2017 mochten deze geluksvogels ook al gebruik maken van een studentenreis-ov en sinds 2020 worden ze zelfs officieel gezien als volwaardig student.

Proefperiode: ‘kijken of dat wel goed gaat’. Een loodgieter of kapper in opleiding, feestend met de knullen in verenigingspolo. Ik denk aan de jongens van het Amsterdamse corps, voor wie vrouwen niets meer zijn dan ‘sperma-emmers’.

Wie organiseren deze introweken? Onderwijsinstellingen, en dus deze ‘heren’. Dezelfde kerels die straks met hun ‘academische denkvermogen’ de goed betaalde banen innemen en terecht komen met pak en stropdas in de bestuursfuncties van de democratie.

Openlijk spreken mbo’ers zich uit: ‘Er wordt op ons neergekeken in de samenleving’. Door wie? Dezelfde groep die al op ze neerkijkt sinds groep 8. ‘Oh, jij mavo? Ik vwo.’ ‘Jij mbo? Ik universiteit.’ ‘Jij bouwvakker? ik politicus.’

Deze week een positief bericht. Minister van Onderwijs Dennis Wiersma spreekt over kansenongelijkheid. Hij wil de momentopname van een eindtoets in groep 8 vervangen voor een langere periode waarin een leerling het maximale uit zichzelf kan halen. Móet iedereen dan naar een ‘hoger’ niveau? Of moeten we dat gapende economische en sociale gat gewoon dichten?

Mbo’ers ‘mogen’ even meekijken, en alleen in Utrecht en Leeuwarden.

Er wordt neergekeken op het fundament van de samenleving.