Niet alleen voor nieuwe onderwijsbestuurders geldt voortaan een maximumsalaris. Ook bij herbenoemingen moeten universiteiten en hogescholen zich houden aan het salarisplafond.
Al in november zei staatssecretaris Zijlstra dat hij het salaris van bestuurders aan universiteiten en hogescholen aan banden wilde leggen, al sprak hij toen nog van 226 duizend euro als grens. Vorige week bleek het precieze bedrag 223.666 euro per jaar.
Dat maximum geldt ook bij herbenoemingen, schrijft minister Marja van Bijsterveldt in een brief aan de instellingen. In het onderwijs krijgen bestuurders gewoonlijk een tijdelijk contract, bijvoorbeeld voor de duur van vier jaar. Als iemand daarna opnieuw wordt benoemd, is er sprake van ‘een nieuwe beginsituatie’, aldus de minister.
De bestuurder had immers ook naar een andere werkgever kunnen zoeken. Een herbenoeming is daarmee ‘in de aard identiek aan een nieuwe benoeming en zal vanaf heden op dezelfde wijze worden beoordeeld’.
Haar voorganger, PvdA-minister Ronald Plasterk, was ook een fervent voorstander van een maximumsalaris in het hoger onderwijs. Hij was de eerste die raden van toezicht dreigde te ontbinden als ze de zogeheten Balkenende-norm niet in acht namen. Ook vorderde hij geld terug als hogescholen en universiteiten hun bekostiging ‘ondoelmatig’ besteedden. Zo moest de Hogeschool Inholland geld terugbetalen omdat de voormalige bestuursvoorzitter om onduidelijke redenen met een flink salaris op de loonlijst bleef staan.
Staatssecretaris Zijlstra zet de lijn van Plasterk voort. Bij Hogeschool Inholland vordert hij een deel van de hoge ontslagvergoedingen voor de voormalige bestuurders terug. Ook bij de TU Delft eist hij geld terug, omdat de bestuursvoorzitter meer ging verdienen dan vooraf met het ministerie was afgesproken.
Zodra de wet normering topinkomens er is, hoeft dat niet meer. Dan moet de bestuurder het geld zelf inleveren en gaat een terugvordering niet ten koste van het onderwijs.