Het leenstelsel voor studenten raakt steeds verder uit het zicht. Oppositiepartij D66 wil niet dat het onderwijs de dupe wordt van nieuwe bezuinigingen in 2014, zei fractievoorzitter Alexander Pechtold gisteravond in de Tweede Kamer.
Steun van D66 is cruciaal voor het kabinet, dat geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. De partij is in principe voor een sociaal leenstelsel, waarin studenten geen basisbeurs meer krijgen. Het zou grofweg één miljard euro opleveren voor het onderwijs. Maar daarbovenop moet nog extra geïnvesteerd worden, vindt de partij. De rekening mag niet alleen bij studenten liggen.
Die extra investeringen zitten er voorlopig niet in. Vorige week werd duidelijk dat het tekort op de rijksbegroting tegenvalt. Daarom wil het kabinet in 2014 juist extra bezuinigen. Er komt een nullijn voor onder anderen leraren. Bovendien wil het kabinet geen ‘prijsbijstelling’ uitbetalen. Onderwijsinstellingen krijgen dan hetzelfde bedrag, terwijl de kosten stijgen. Ze kunnen dus minder kopen, als deze maatregel doorgaat.
D66-leider Pechtold: 'Ik geef het signaal maar: hulp voor het sociaal leenstelsel, hulp voor welk akkoord dan ook, is vandaag een stap verder weg.'
Deze ‘prijsbijstelling’ is volgens Diederik Samsom van regeringspartij PvdA 'een mogelijke bezuiniging, die met relatief weinig pijn gepaard gaat'. Maar dat het onderwijs hierdoor tweehonderd miljoen inlevert, doet hem wel pijn. 'We kunnen kijken of we daar nog iets aan kunnen doen en op welke manier dan.'
Ook minister Dijsselbloem van Financiën wil graag praten. 'De heer Pechtold zegt dat voor hem steun een prijs zal hebben in termen van onderwijsgeld. Ik noteer dat. Ik heb vele wensen gehoord op vele punten. Ik heb tot nu toe iets minder dekkingsmogelijkheden aangereikt gekregen, maar ook dat punt zal ongetwijfeld terugkomen. Dit is precies het type gesprek dat we met elkaar moeten voeren.'
Vandaag zegt onderwijswoordvoerder Paul van Meenen van D66: 'We gaan geen leenstelsel invoeren om bezuinigingen toe te dekken.' De bezuiniging op onderwijs bedraagt volgens hem in 2014 een half miljard: 215 miljoen voor de prijsbijstelling en 280 miljoen voor het bevriezen van de lonen. Bovendien ligt er nog 340 miljoen op de plank te verstoffen voor een nationaal onderwijsakkoord waar vakbonden en werkgevers niet uitkomen 'en dat geld blijft daar ook niet eeuwig liggen'.