Vandaag gaan we het hebben over seks. Op een mistige vrijdagmiddag verzamelen zo’n veertig geïnteresseerden zich op HU Amersfoort. De Sekszusjes gaan namelijk een workshop geven, op verzoek van studievereniging Meso. Hoe praat je over seks?
‘We willen vandaag dat er open en “echte” gesprekken over seks plaatsvinden,’ verklaren HU-alumni Marcelle en Krista Arriëns – beter bekend als de Sekszusjes. In de collegezaal hebben zo’n veertig studenten en docenten plaats genomen. De zussen staan bekend om hun televisieprogramma’s waar ze gesprekken over seks voeren. Ze begonnen ooit hun platform omdat ze zelf ooit een eerlijk gesprek over seks misten.
‘Hebben jullie, van Ecologische Pedagogiek, wel eens gesprekken over seks met jullie cliënten?’, beginnen ze hun workshop. Het antwoord is bevestigend en al snel vliegen hen de vragen om de oren: ‘Hoe creëer ik een prettige sfeer? Hoeveel deel ik mijn eigen ervaringen? Wat vertel ik aan een kind over liefde?’
De zussen geven niet meteen op alles antwoord. Wel benadrukken ze het belang van veiligheid, zodat spanningen op zulke momenten geen barrière vormen. Met vragen brengen ze het gesprek verder op gang: ‘Wie van jullie praat gemakkelijk over seks met anderen?’ Meer dan de helft van het publiek staat op. ‘En wie vertelt dan ook wat ie lekker vindt?’ Een deel gaat weer zitten.
Omarm je ongemak
En dan moeten de deelnemers toch echt met elkaar in gesprek over hun eigen seksuele ervaringen, begeleid door kaartjes met vragen. ‘Maak jij geluid tijdens de seks, en zo ja, beschrijf ze?’ Of: ‘Vertel jij wat je lekker vindt tijdens het vrijen?’ Of: ‘Kijk je porno tijdens het masturberen?’ Algauw kleuren hier en daar wat wangen rood en klinkt gegiechel. ‘Wees je bewust van je ongemak’, krijgen ze als tip mee.
‘Ik merk dat ik sneller ga praten.’ Zo’n zin uitspreken kan helpen, krijgen ze te horen in een volgende oefening. Zo leren ze hun ongemak direct te benoemen en stiltes te laten vallen. ‘Ik merk dat ik dit een ongemakkelijke vraag vind.’ Of: ‘Ik merk dat ik nu heel vaak weg kijk in plaats van naar jou te kijken.’ ‘Ik krijg nu de neiging alles te analyseren, in plaats van te zeggen dat ik me kwetsbaar voel.’
Dit alles benoemen brengt rust en diepgang in de gesprekken, zo menen de zussen. De studenten vinden het nuttig. ‘Als je je valkuilen kent, kun je er beter bij stilstaan,’ merkt iemand op. Een ander moet wennen: ‘Ik dacht dat ik gemakkelijk over seks kon praten, maar het benoemen van gevoelens erbij vind ik lastiger dan ik dacht.’ De zussen knikken: ‘Wij denken ook eigenlijk dat daar het gesprek pas echt begint.’
De zaal wordt stiller. ‘Iemand merkt op: ‘Wij lachen vaak als het gaat over seks. We durven wel alles te zeggen, maar maken overal een grapje van. Terwijl ik het nu juist mooi vind om er serieus over te praten.’ De zussen benadrukken: ‘Als je voelt dat de ander zich niet ongemakkelijk voelt, krijg je zelf ook meer ruimte om te delen.’
Piemels en vulva’s kleien
Dan door naar het volgende enerverende onderdeel: genitaliën kleien. Met enthousiasme beginnen de deelnemers aan hun hoopje klei: ‘Wat ga jij kleien?’ ‘Tieten’. De deelnemers kletsen ontspannen en gezellig. Langzaam maar zeker ontstaan er steeds meer vormen die op piemels en vulva’s beginnen te lijken.
Niet alleen de klei, maar de gespreksonderwerpen veranderen. Niets is te gek. De studenten praten over hun seksuele ervaringen. Woorden als ‘strelen’ ‘neuken’, ‘vingeren’ vliegen door de lucht. De workshop heeft de deur open gezet voor veel openhartigheid.
Napraat
Na afloop vertellen voormalig voorzitter van de vereniging Rachèl Verhoeven en bestuurslid Melanie van Hattem dat ze blij zijn met de opkomst. Verhoeven: ‘We hadden in ons plan 40 man staan en er zijn er 37 gekomen.’ Prima dus.
Maar nog even: waar was al deze sekspraat voor nodig? ‘We kozen voor dit onderwerp omdat onze vereniging is voor studenten die Ecologische Pedagogiek studeren. Later zullen ze bezig zijn met de ontwikkeling van kinderen. In deze workshop leerden ze een geladen gesprek kunnen voeren’, vertelt Verhoeven.
Van Hattem: ‘Ik denk dat de mensen in de vereniging al best wel open zijn naar elkaar. Maar vandaag hebben ze nog beter geleerd het ongemak te ervaren en te herkennen. Dat moeten ze straks ook doen met hun cliënten. En met anderen, zoals hun nichtjes en neefjes. En over andere onderwerpen.’ Kortom, het leven zit vol ongemak. Dat kun je maar beter vroeg mee leren omgaan.
De workshop werd georganiseerd door studievereniging Meso van het Instituut Ecologische Pedagogiek. De toegang was gratis, dankzij het IEP en het programma HU Gemeenschapsvorming en Studentenbetrokkenheid.