Achtergrond

Redactioneel: 100 Jaar bouwen

Aan de bouwsector kleeft de laatste jaren een imago van rommelen en sjoemelen. De nog niet zo lang geleden bouwfraudezaak legde pijnlijk bloot hoe verrot deze wereld was. Aannemers verdeelden onder elkaar opdrachten die openbaar aanbesteed moesten worden en maakten onderlinge prijsafspraken. In 2002 leidde de zaak tot de beruchte parlementaire enquête en in 2005 betaalden de schuldigen 70 miljoen terug aan de overheid. Maar hier bleef het niet bij. In Limburg lieten na de grote bouwfraudezaak ambtenaren na het verstrekken van betrouwbare informatie zich trakteren op reisjes, etentjes, tuinaanleg of een auto. Maar ook hoge heren, als de directeur Bouwfonds (ooit en rijksfonds om mensen met kleine beurzen in staat te stellen een huis te kopen), zwichtten voor groot geld en zelfverrijking.

Enorme imagoschade en daarna een economische crisis zorgden voor malaise in de bouw. Voor sommige projecten vind ik die crisis persoonlijk niet zo erg. In mijn buurt stond een hoog en duur appartementencomplex op het terrein van de oude Sojafabriek aan het Merwedekanaal gepland, maar deze is door tegenvallende verkopen al de helft lager geworden. Crisis is het niet bij de bouwopleidingen. In deze editie van Trajectum besteden we daar aandacht aan 100 jaar Instituut Gebouwde Omgeving, waar de studentenaantallen bij de voltijdopleidingen alleen maar toenemen. En heeft die crisis geleid tot vernieuwend denken bij het bouwen, blijkt. Zo wordt het integraal werken op kleine schaal ingevoerd en overleggen de verschillende vaklieden al van meet af aan met elkaar. Dat blijkt ook een andere manier van opleiden te vergen. Het curriculum van de opleiding is daar nog onvoldoende op ingericht, maar dit bouwen heeft de toekomst, aldus de kenners.
Het zou natuurlijk geweldig zijn als de Utrechtse opleiding een trend zet en mensen aflevert die gespecialiseerd zijn in nieuw bouwen en daarmee een frisse wind door de bouwsector laat waaien.