Achtergrond

Redactioneel: Suriname

Een van de leuke dingen van studeren de afgelopen jaren is de mogelijkheid om voor je studie naar het buitenland te gaan. Volgens de statistieken gebeurt dat nog veel te weinig. Gemiste kans lijkt me als je van de gelegenheid geen gebruik maakt. In maart was ik met een groep journalistiekstudenten veertien dagen in Suriname voor een onderwijsproject. Veertien studenten die in veertien dagen een magazine vol moesten schrijven en tv-items maakten. Elke ochtend om 9 uur vergaderen en daarna aan de slag. Dat Suriname klein is, biedt mogelijkheden.De ene dag zat een student bij een minister, de andere dag een ander bij cineast Pim de la Parra of was aanwezig bij een hindoestaanse lijkverbranding. In zo’n korte tijd zoveel weten te produceren, overal op af gaan en na veertien dagen al behoorlijk op de hoogte zijn van de Surinaamse mores, geeft je toch een bredere kijk op de wereld.
Dat de band tussen Suriname en Nederland nog steeds een hechte is, zie je dagelijks in het straatbeeld van Paramaribo. Fietsende stagiaires, die op weg naar hun werk de economie van onze voormalige kolonie draaiende houden. Oud-studenten die een onderwijsproject in de binnenlanden van de grond tillen, een Utrechtse mondzorgkundige in Paramaribo die de strijd aanbindt tegen de cariës. In deze editie van Trajectum staat een selectie van wat er zoal geproduceerd is. De lezer van dit stukje zal wellicht denken ‘Suriname, wat moet ik daarmee in dit blad!’ Maar, roep ik dan, laat je niet afschrikken, want de hogeschool en Suriname hebben nauwere banden, dan je in eerste instantie verwacht.