Brede bacheloropleidingen en strenge toelatingseisen voor masteropleidingen. Dat bepleitte natuurkundige en KNAW-president Robbert Dijkgraaf maandag 30 mei in zijn jaarrede voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
‘Menig student moet zich bij de studiekeuze voelen als de deelnemers in die televisiequiz uit een grijs verleden, waarbij cavia’s in een doolhof werden losgelaten en de kandidaat slechts kon hopen dat zijn cavia door het poortje met de hoofdprijs zou lopen’, zei Dijkgraaf.
Hij bepleit brede bacheloropleidingen, zodat studenten beter kunnen uitzoeken waar hun interesse ligt:’“Liever een brede ingang en een smalle uitgang dan andersom, zoals nu het geval is.’
Het is maar goed dat er bij universiteiten een harde knip komt na de bacheloropleiding, meent hij, want dan kunnen studenten na een brede bacheloropleiding kiezen voor een scherp geprofileerde masterstudie. ‘Strenge toegangseisen bij die poort zullen hun schaduw vooruitwerpen, zodat studenten gemotiveerd zijn de juiste aanloop voor een verre sprong te nemen.’
Dijkgraaf is één van de zwaargewichten die staatssecretaris Zijlstra zal adviseren over de uitwerking van het rapport van de commissie-Veerman, dat het hoger onderwijs moet herzien. Ook daarin staat een pleidooi voor meer brede bacheloropleidingen.
Dijkgraafs toespraak ging verder vooral over het ‘grensconflict’ tussen wetenschappers en politici: ‘Hier staan beroepstwijfelaars tegenover beroepsstellingnemers.’ Ze zouden wat meer begrip voor elkaar moeten hebben, aldus de KNAW-president.
Of eigenlijk moet vooral de politiek iets meer begrip tonen: ‘Politici moeten leren honderd procent vertrouwen te kunnen hebben in onderzoekers die zeggen dat ze iets voor vijftig procent zeker weten.’
‘Zoals we ons druk maken over exotische kikkers in het tropisch regenwoud, zo verdienen ook de uitzonderlijke mensen en ideeën in het academisch bos onze steun en zorg’, aldus Dijkgraaf
