De kamergarantie voor buitenlandse promovendi, bachelor- en masterstudenten komt in gevaar door een uitspraak van de kantonrechter. Dat meldt Transfer Magazine.
Veel Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs bieden de kamergarantie aan, maar met een speciale clausule: de student moet de kamer na een jaar verplicht verlaten. Dit wordt dan ook ‘short stay huisvesting’ genoemd. Dankzij de clausule zijn er ieder jaar weer kamers vrij voor nieuwe buitenlandse studenten.
De clausule blijkt niet waterdicht. Eerder dit jaar oordeelde de kantonrechter dat een Iraanse promovendus in zijn ‘short stay accommodatie’ mag blijven wonen gedurende zijn driejarige verbintenis aan het Amsterdams Medisch Centrum (AMC).
De gevolgen van de uitspraak zijn nog niet helemaal duidelijk, maar volgens Transfer Magazine nemen sommige universiteiten al ‘drastische maatregelen’. ‘Aan buitenlandse studenten die hier langer dan twee jaar gaan studeren, bieden wij geen kamer in de short stay huisvesting aan’, zegt hoofd studentenzaken Frank van Kampen van de Universiteit van Amsterdam tegen de nieuwssite. ‘Ik maak me grote zorgen over de toekomst van de huisvesting van internationale studenten.’ De TU Delft overweegt om alleen studenten die voor één of twee semesters overkomen onder te brengen in de ‘short stay’.
Volgens het Kenniscentrum Studentenhuisvesting (Kences) is er mogelijk een wetswijziging nodig, al wijst directeur Vincent Buitenhuis erop dat de uitspraak specifiek gaat over een promovendus met een arbeidsovereenkomst: ‘De rechter heeft dat meegewogen in zijn oordeel. Het is niet zeker of dit voor alle buitenlandse studenten geldt.’