Het ministerie van Volksgezondheid beslist na de zomer of afgestudeerden van de hbo-opleiding medische hulpverlening worden opgenomen in het BIG-register. Alleen dan mogen ze het beroep uitvoeren waarvoor ze worden opgeleid.
Hogescholen en ziekenhuizen hebben het ministerie op 3 juni officieel gevraagd om medisch hulpverleners op te nemen in het register Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG), waarin bijvoorbeeld ook artsen, fysiotherapeuten en verpleegkundige staan. Minister Bussemaker van Onderwijs verwacht dat haar collega Schippers van Volksgezondheid na de zomer uitsluitsel zal geven, antwoordt ze op Kamervragen van de Partij van de Arbeid.
Geen stage, geen diploma
De bacheloropleiding medische hulpverlening bestaat sinds 2010 en leidt op tot ambulancemedewerker, anesthesiemedewerker of eerstehulpmedewerker. Maar omdat het beroep nog niet is opgenomen in het BIG-register zitten veel ziekenhuizen niet te wachten op stagiairs. En zonder stage, geen diploma.
Al in 2012 lieten verschillende ambulancediensten en ziekenhuizen weten dat het geen zin heeft om studenten op te leiden die later niet aan de slag mogen. Toen werd afgesproken dat het werkveld het ministerie zou vragen het beroep van medisch hulpverlener in het BIG-register op te nemen. De eerste lichting studenten had in principe deze zomer moeten afstuderen. In mei liet het Interstedelijk Studenten Overleg weten dat dit veel studenten niet zou lukken, omdat ze geen stageplaats kunnen vinden.
Subsidie
Minister Bussemaker schrijft in haar antwoorden dat het regelen van voldoende stageplaatsen in principe de verantwoordelijkheid is van ziekenhuizen. Die kunnen sinds 2012/2013 subsidie krijgen voor stages van studenten medische hulpverlening.
