In Hoe het licht valt brengt Hanneke van Eijken een ode aan alle mensen die in het Utrecht Science Park leven, werken en studeren. In een video met dronebeelden van het stadsgedeelte, spreekt ze hen poëtisch toe: ‘Hier worden ontdekkingen geboren naast de wieg van de dood.’
Van Eijken schreef het gedicht ter gelegenheid van World Poetry Day, die afgelopen zondag plaatsvond. Ze is één van de poëten die deel uit maakt van het Utrechts Stadsdichtersgilde, dat ‘zich op eigen initiatief inzet voor de zichtbaarheid van dichtkunst in de stad.’
Verwijzing naar wetenschap
Aan Stichting Utrecht Science Park, die haar opdracht gaf voor het schrijven van dit gedicht, vertelt Van Eijken dat het ‘licht’ in haar ode ‘een verwijzing is naar de wetenschap, het licht van de ‘zon der gerechtigheid’ van de Universiteit Utrecht’ waar ze zelf werkt als docent Europees Recht, ‘maar ook het licht dat ligt opgeslagen in onze botten, onze DNA structuur.’
Grenzen van steden opzoeken
Naast haar werk aan de Universiteit Utrecht, bracht Van Eijk hier ook haar debuutbundel Papieren Veulens uit, waarin ze ‘in een heldere, zintuiglijke stijl de grenzen van steden opzoekt.’ Haar werk werd in 2014 genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs, een poëzieprijs voor het beste debuut in de Nederlandstalige poëzie. ‘Van Eijkens poëzie kenmerkt zich door de heldere taal en de zuiverheid in syntaxis, waarmee zij knap volle beelden weet te construeren,’ luidde het juryrapport.
‘Een park met de omvang van het hele universum’
In 2016 verscheen er overigens ook al een gedicht over het Utrecht Science Park. Ingmar Heytze, oprichter van het Utrechts Stadsdichtersgilde, schreef het gedicht over ‘een park met de omvang van het hele universum’ destijds als afscheidscadeau voor Floris de Gelder, directeur van Utrecht Science Park. ‘Geen lofdicht, maar een gedicht over dit gebied waar hij als bezoeker zeer regelmatig langskomt,’ zo liet de stadsdichter weten aan Dub.
Brug tussen heden en toekomst
Ditmaal was het de beurt aan Van Eijk, die haar gedicht zelf ziet als ‘een ode, een buiging van poëzie, een vogel die zingt voor alle mensen die in het Utrecht Science Park al een jaar lang thuiswerken, hard bezig zijn met een brug te slaan tussen heden en onze toekomst. En niet in de laatste plaats ook voor alle patiënten die het afgelopen jaar afhankelijk waren van goede zorg.’ Ze spreekt vol lof over zorgmedewerkers, dierverzorgers, wetenschappers, ondernemers en studenten ‘die gedwongen werden om onder moeilijke omstandigheden te blijven werken’. Voor hen is dit gedicht.
Ook interessant: Student en start-up. We houden het hoofd nog wel even boven water