De wegens fraude ontslagen hoogleraar Diederik Stapel schaamt zich en heeft ‘grote spijt’, schrijft hij in een verklaring die zojuist openbaar is gemaakt door het Brabants Dagblad.
‘De laatste weken heb ik lang nagedacht of ik moet reageren en zo ja, wat ik dan moet zeggen. Het is moeilijk de juiste woorden te vinden. De commissie heeft gesproken. En nu moet ik en wil ik iets zeggen, hoe onmogelijk het ook is het juiste te zeggen.
Ik heb gefaald als wetenschapper, als onderzoeker. Ik heb onderzoeksgegevens aangepast en onderzoeken gefingeerd. Niet een keer, maar meerdere keren, en niet even, maar gedurende een langere tijd. Ik realiseer me dat ik door dit gedrag mijn directe collega’s in verbijstering en boosheid heb achtergelaten en mijn vakgebied, de sociale psychologie, in een kwaad daglicht heb gesteld. Ik schaam me daarvoor en ik heb daar grote spijt van.
Wetenschap is mensenwerk, het is teamwerk. Ik heb de afgelopen jaren enorm genoten van de samenwerking met talloze getalenteerde, zeer gemotiveerde collega’s. Ik hecht er aan te benadrukken dat ik hen nooit op de hoogte heb gebracht van mijn oneigenlijk gedrag. Ik bied mijn collega’s, mijn promovendi en de gehele academische gemeenschap mijn oprechte excuses aan. Ik ben me bewust van het leed en het verdriet dat ik bij hen heb veroorzaakt.
Sociale psychologie is een groot, belangwekkend, en solide vakgebied dat prachtige, unieke inzichten biedt in menselijk gedrag en daarom nog steeds veel aandacht verdient. Ik heb de fout gemaakt dat ik de waarheid naar mijn hand heb willen zetten en de wereld net iets mooier wilde maken dan hij is. Ik heb gebruik gemaakt van oneigenlijke middelen om de resultaten aantrekkelijk te maken. In de moderne wetenschap ligt het ambitieniveau hoog en is de competitie voor schaarse middelen enorm. De afgelopen jaren is die druk mij te veel geworden. Ik heb de druk te scoren, te publiceren, de druk om steeds beter te moeten zijn, niet het hoofd geboden. Ik wilde te veel te snel. In een systeem waar er weinig controle is, waar mensen veelal alleen werken, ben ik verkeerd afgeslagen. Ik hecht eraan te benadrukken dat de fouten die ik heb gemaakt, niet zijn voortgekomen uit eigenbelang.
Ik besef dat er nog heel veel vragen zijn. Mijn huidige gesteldheid staat mij echter niet toe deze te beantwoorden. Ik zal nog diep moeten graven om te achterhalen waarom dit alles gebeurd is, wat mij hiertoe heeft bewogen. Ik heb hierbij hulp nodig die ik inmiddels ook heb gekregen. Hier wil ik het op dit moment bij laten.’