Nieuws

Steun voor studenten met onvindbare ouders

De aanvullende beurs voor studenten van wie de ouders spoorloos zijn, blijft waarschijnlijk toch bestaan. Een meerderheid in de Tweede Kamer wil daarvoor zorgen. Het is een kwestie van tijd voordat de knoop wordt doorgehakt.

Misschien gaan de parlementariërs nog verder en blijft de aanvullende beurs ook behouden voor studenten met ouders die een studietoelage weigeren, bijvoorbeeld vanwege een ernstig conflict.
 
Het vorige kabinet van VVD en CDA stelde voor om de aanvullende beurs voor deze twee groepen studenten af te schaffen. Staatssecretaris Halbe Zijlstra sprak toen van een ‘vereenvoudiging’ van de studiefinanciering. De bezuiniging levert 34 miljoen euro op. Het nieuwe kabinet nam het plan over.
 
Maar deze week dienden SP, CDA, D66 en ChristenUnie een motie in met het verzoek deze bezuiniging te schrappen. Regeringspartij PvdA kan nog niet zeggen of zij deze motie volgende week gaat steunen. Maar zelfs als de PvdA dat niet doet, zal de partij waarschijnlijk op een ander moment ingrijpen.
 
Niet alleen als oppositiepartij was de PvdA tegen deze bezuiniging, ook na de verkiezingen bleef dit een pijnlijk punt voor de sociaaldemocraten. Op zijn blog verdedigde PvdA-onderwijswoordvoerder Mohammed Mohandis met verve het sociaal leenstelsel, maar hij schreef erbij: 'Wel ben ik bezorgd over de situatie van kinderen met onvindbare ouders. Ik wil graag met de minister van gedachten wisselen over deze groep kinderen, omdat ik wil dat het hoger onderwijs ook voor hen toegankelijk blijft.'
 
Zijn collega Paul van Meenen (D66) ziet het zonnig in. 'Linksom of rechtsom gaan we dit aanpassen. Eerder linksom dan rechtsom, trouwens, maar dat terzijde. Het kabinet zal mijn partij toch ook te vriend moeten houden om het leenstelsel in te kunnen voeren en het gaat niet om een groot bedrag.'
 
Ook minister Jet Bussemaker liet doorschemeren dat ze hier gevoelig voor was. 'Ik stel vast dat dit een voorstel is van het oude kabinet om de studiefinanciering te vereenvoudigen', zei ze afgelopen dinsdag in het debat. 'Ik stel ook vast dat verschillende fracties over dit onderdeel van het voorstel van het voormalige kabinet Rutte/Verhagen vragen hebben gesteld. Tevens stel ik vast dat ik al in mijn brief heb gezegd dat ik nadere maatregelen ten aanzien van een hardheidsclausule verken.'
 
Verder wilde ze niet gaan en ze ontraadde de motie. Maar het is duidelijk dat ze zich niet vereenzelvigt met de maatregel. Haar ‘hardheidsclausule’ zal waarschijnlijk ook rekening houden met deze groepen.
 
Vooral de studenten met onvindbare ouders kunnen op politieke steun rekenen. Als hun ouders bijvoorbeeld in een oorlogsgebied wonen en niemand zeker weet of ze nog leven, kunnen ze nu een aanvullende beurs aanvragen. Dat kan ook als de ouders zijn verdwenen en niemand weet waar ze zijn.
 
Voor kinderen van weigerachtige ouders is de steun wankel. Waarom zou de overheid moeten opdraaien voor ouders die geen zin hebben te betalen? Studenten zouden misschien een rechtszaak tegen hun ouders kunnen aanspannen. Wellicht kan de overheid die ouders tot een bijdrage verplichten, opperde de PvdA eerder.
 
Toch is het voor studenten niet eenvoudig om zich te beroepen op de ‘weigerachtigheid’ van hun ouders. Voordat de Dienst Uitvoering Onderwijs dat accepteert, moeten studenten aantonen dat er werkelijk sprake is van een ernstig en structureel conflict. 'Dit is soms een zware en moeilijke procedure', waarschuwt de dienst op zijn website.