Over iedere opleiding bestaan vooroordelen. Welke zijn dat? Deze week de opleiding Leraar Geschiedenis. Op Instagram vroegen we jullie: waar denk jij aan bij deze opleiding? De antwoorden: ‘Hebben een favoriet tijdvak’, ‘Kunnen goed verhalen vertellen’, ‘Serieus’, ‘Kijken veel geschiedenisfilms en series’, ‘Veel lezen’, ‘Stampen en onthouden’, en ‘Vertellen historische feitjes in dagelijkse gesprekken’.
Tweedejaars student Joris Epskamp (27) reageert.
Heb je een favoriet tijdvak?
‘De prehistorie, met jagers en verzamelaars, en de Oudheid, de Grieken en de Romeinen, zijn mooie tijdvakken. Dat komt doordat ze verder weg van me staan. Er is uit die tijd geen beeldmateriaal, dus ik kan meer fantaseren over hoe die periode eruit heeft gezien en er wat romantischer over doen. De Eerste en de Tweede Wereldoorlog vind ik niet interessant. Met die informatie ben ik op de middelbare school al doodgegooid. Het prikkelt me niet om er meer over te willen weten, het meeste is algemene kennis.’
Kun je goed verhalen vertellen?
‘Goed kunnen vertellen is een leerproces. Sommige mensen kunnen dat van nature, ik kan dat minder goed. Ik probeer eraan te werken en merk dat ik beter word. Het klopt niet dat alle studenten van de opleiding Leraar Geschiedenis geboren verhalenvertellers zijn. Je ziet een duidelijk verschil tussen de mensen die de opleiding zijn gaan doen om docent te worden en de mensen die ‘iets’ met geschiedenis willen doen. Veel eerstejaars kiezen deze opleiding om via een omweg door te kunnen stromen naar de universiteit. Die studenten willen niet voor de klas. Ze weten ontzettend veel en kunnen daar soms vol passie over vertellen, maar voor een klas staan lukt niet, dan klappen ze dicht. Studenten die wel voor de klas willen staan, hebben meer talent voor het vertellen van verhalen. Het is leuk om te zien dat leerlingen aan je lippen hangen als je een verhaal vertelt. Het hoeft niet eens een spannend onderwerp te zijn. Als je de juiste toon hebt, werkt het goed.’
Ben je serieus?
‘Ik hoor regelmatig dat ik serieus ben, dat is mijn karakter. Het geldt niet voor alle studenten van de opleiding. We kunnen ernstig zijn, maar we blijven studenten. Op het moment dat we met school bezig zijn, zijn we serieus, maar verder blijven we normale studenten die het leuk vinden om in het weekend een biertje te drinken.’
Kijk je veel documentaires en Netflix-series die met geschiedenis te maken hebben?
‘Er bestaan goede series, zoals Band of Brothers, maar ze gaan meestal over oorlogen en dat trekt mij niet. Een klasgenoot van me is juist helemaal gek van die wereldoorlogen en zij is niet weg te slaan voor de televisie. Weet je wat het is, veel films en series kloppen historisch gezien niet. Soms is dat grappig om te zien en om die fouten eruit te halen, maar meestal vind ik het verschrikkelijk om naar te kijken. Kleine details zullen me niet opvallen, maar in films veranderen ze vaak de geslachten of ze proppen er een liefdesverhaal tussen om het smeuïger te maken. Ik snap het, maar ik vind het irritant.’
Moet je veel lezen?
‘Ik moet veel lezen, dikke boeken. Zeker in het eerste jaar, want dan krijg je de hele geschiedenis naar je toe gegooid. In hoofdlijnen moet je weten wat er gebeurd is en de jaren erna ga je de diepte in. Ik houd van lezen, Harry Potter vind ik hartstikke leuk, maar schoolboeken zijn niet mijn ding. Na een hoofdstuk geschiedenis moet ik even pauze nemen. Het kost meer moeite, omdat je moet begrijpen wat er staat en dat moet onthouden.’
Hoe onthoud je de hele geschiedenis?
‘Op de middelbare school moest je in een van de eerste geschiedenislessen een tijdlijn maken. Het klinkt stom, maar dat werkt goed. In een tijdlijn zet je alle gebeurtenissen en jaartallen naast elkaar waardoor het overzichtelijk wordt. Op die manier koppel je dingen aan elkaar en onthoud je het beter. Ik ben niet goed in jaartallen onthouden, daar moet ik echt mijn best voor doen. Ze zijn ook niet allemaal even belangrijk. Jaartallen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog moet je weten. Maar het jaar waarin Nederland een nieuwe Grondwet heeft gekregen, 1848, is in dagelijkse gesprekken niet van belang. Ik verwacht niet dat veel mensen dat weten.’
‘Wat lesgeven betreft, je maakt je lessen van tevoren dus je weet wat je gaat vertellen. Op het moment dat een leerling vraagt ‘‘Meneer, wanneer was deze gebeurtenis?’’, kun je ook zeggen ‘‘Dat is een goede vraag! Ga eens op onderzoek uit en kijk of je zelf het antwoord kunt vinden!” Dan geef je de taak uit handen en hoef je het niet te vertellen als je het zelf niet weet.’
Klopt het dat je in dagelijkse gesprekken waar het kan een historisch feitje vertelt?
‘Als die mogelijkheid er is, ja. Mijn vriendin vindt geschiedenis verschrikkelijk, dus ik probeer haar vanaf het begin van onze relatie al meer bij te brengen. Het komt vaak voor dat ik feitjes vertel over kunst en gebouwen. Beetje bij beetje begint ze het steeds leuker te vinden, maar soms moet ik mijn mond houden. Als we op vakantie zijn, spreken we af om bijvoorbeeld twee dagen naar musea te gaan en twee dagen aan het strand te liggen. Anders houdt ze het niet vol.’
Waarom ben je deze opleiding gaan doen?
‘Hiervoor heb ik een mbo-opleiding gedaan tot Paraveterinair en Dier en Management. Dat is van alles met dieren, zoals dierenwinkels, dierenasiels en dierenartsen. Daar heb ik geen werk in kunnen vinden. Tijdens die opleiding merkte ik dat ik het leuk vond om leerlingen te begeleiden en om in winkels dingen uit te leggen. Daarom dacht ik dat het docentschap misschien iets voor mij zou zijn. Ik heb getwijfeld tussen geschiedenis en biologie. Biologie omdat ik er al veel vanaf wist, geschiedenis omdat het mijn passie is. Ik ben voor de passie gegaan.’
Wat ga je doen na opleiding?
‘Dat weet ik nog niet. Ik ben fan van lesgeven, maar als docent blijf je oppervlakkig bezig. Ik zou graag naar de universiteit willen om dieper de geschiedenis in te gaan. Daarnaast heb je als docent wel veel vakantie, maar lesgeven kost ook veel tijd en energie. En leerlingen kun je soms wel achter het behang plakken. Misschien ga ik voor de klas staan, maar niet fulltime. Ik wil graag nog een studie oppakken, omdat ik het leuk vind om mezelf te blijven ontwikkelen.’
Ook interessant: Wat vinden studenten van een intro zonder overnachtingen, drank en feest?