Studie & Vooroordelen

Student Orthoptie: ‘Vroeger durfde ik mensen niet aan te kijken’

Illustratie: Marie van der Donk

Over iedere opleiding bestaan vooroordelen. Welke zijn dat? Deze week de opleiding Orthoptie. Op Instagram vroegen we jullie: waar denk jij aan bij deze opleiding? De antwoorden: ‘Nog nooit van gehoord’, ‘Iets met ogen’, ‘Oogarts’, ‘Dragen een bril’, ‘Goed met mensen omgaan’, ‘Veel vrouwen’, ‘Technisch’, ‘Kijken altijd eerst naar iemands ogen’, en ‘Zijn voorzichtig met hun ogen’.

Tweedejaars student Lauri Smit (21) reageert.

Moet je vaak aan mensen uitleggen wat je opleiding inhoudt?
‘Iemand zei een keer ‘‘Dat is met tanden!’’ en er was zelfs iemand die vroeg ‘‘Dat is met lijken, toch?’’ Meestal zeg ik er meteen bij dat het een oogzorgstudie is. Ik ben gewend dat mensen de opleiding niet kennen.’

Word je oogarts? 
‘Nee, om oogarts te worden moet je eerst medicijnen studeren en je dan nog specialiseren. Als orthoptist kijk je naar de samenwerking tussen de ogen, terwijl de oogarts kijkt naar de gezondheid van het oog. Je hebt op straat vast eens een kind gezien met een grote pleister op het oog. Dit zijn kinderen die bij de orthoptist zijn geweest, omdat ze een lui oog hebben. Dan plak je het goede oog af, zodat het luie harder moet werken. In de meeste gevallen gaan kinderen dan beter zien. 

We helpen ook mensen die dubbelzien en alle kinderen onder de twaalf jaar komen bij ons als ze een bril moeten laten aanmeten. Kinderen kunnen goed scherpstellen, maar kunnen bij een normale opticien niet aangeven met welk glaasje ze beter zien. Wij ‘druppelen’ de kinderen. Die oogdruppels zorgen ervoor dat het scherpstellen niet meer goed gaat. Op die manier kunnen wij hun sterkte meten.’

Draag je een bril?
‘Ja. Veel klasgenoten dragen een bril of hebben lenzen. Ik denk dat veel van hen bij de opleiding zijn gekomen omdat ze zelf bij een orthoptist zijn geweest. Grappig dat mensen denken dat we allemaal een bril dragen, het valt mij niet zo op.’

Kijk je altijd als eerste naar de ogen als je iemand ontmoet?
‘Ik ben door de opleiding meer naar ogen gaan kijken. Vroeger vond ik ogen eng en durfde ik mensen nooit lang aan te kijken. Als ik nu een gesprek voer, durf ik mensen in de ogen te kijken. Ik vind het nu zelfs irritant als ik merk dat andere mensen wegkijken tijdens een gesprek. Dan denk ik ‘‘Hallo, ik zit hier!’’ Je leert op de opleiding anders naar ogen kijken. Ik zit soms in de trein of bus om me heen te kijken en dan valt het me op dat iemand een hangend ooglid heeft. Dan moet ik oppassen dat ik mensen niet ga aanstaren, want dat is onbeleefd.’

Moet je technisch onderlegd zijn voor deze opleiding?
‘Het advies van de opleiding is dat je wiskunde gehad moet hebben op de middelbare school. We krijgen veel biologie, over de werking van het menselijk lichaam en de werking van het oog. Denk bijvoorbeeld aan alle zenuwen die je oog aansturen. Die moet je weten. Daarnaast leer je over hoe je onderzoeken bij patiënten uitvoert en krijgen we een beetje natuurkunde, over de werking van lenzen. Het is een pittige opleiding, als je niets doet, haal je het niet.’

Moet je goed met mensen om kunnen gaan?
‘Negentig procent van de mensen die je in je stoel krijgt, zijn kinderen, dus het is handig als met die doelgroep overweg kunt. Ik ga makkelijker met kinderen om dan met volwassenen. Mijn zus heeft drie kinderen en ik heb vroeger veel turnles gegeven, dus met kinderen werken ben ik wel gewend. Mijn opleiding besteedt veel aandacht aan contact met de patiënt. Het gaat daarbij vooral om dat je de persoon in je stoel goed leert uitleggen wat je gaat doen en waarom. Ik vind het moeilijk om voor grote groepen te staan, maar één op één met een patiënt gaat me goed af.’

Zit je met alleen maar vrouwen in de klas?
‘Ik had vorig jaar twee jongens in mijn klas, waarvan er één gestopt is. Dit jaar zijn er een stuk of vier mannen. Misschien dat het werken met kinderen ze afschrikt of dat ze bang zijn de enige jongen te zijn. Ik vind het jammer. Vroeger kon ik beter overweg met jongens dan met meisjes, maar gelukkig kan ik goed overweg met de meeste meiden in mijn klas.’

Ben je heel voorzichtig met je eigen ogen?
‘Dat valt wel tegen, hoor. Ik zit tot vlak voor ik naar bed ga ook op mijn telefoon en kijk televisie. Ik merk wel dat ik even de andere kant op moet kijken als mensen hun lenzen uit hun ogen halen zonder hun handen te wassen. Daar kan ik niet tegen. Door je handen te wassen, verwijder je een hoop vuil en oppervlakkige bacteriën van je handen. Daardoor voorkom je infecties in je ogen. Als student orthoptie maak je beter je handen schoon voordat je aan je lenzen zit. Ik denk ook dat wij iedere maand onze lenzen vervangen en minder snel denken ‘‘Dat kan nog wel even.’’

Ik vertel jonge mensen vaak dat ze niet te lang op hun telefoon moeten zitten, maar ik merk dat ik het zelf ook doe. Ik probeer er wat beter op te letten en mijn eigen advies op te volgen.’  

Waarom heb je gekozen voor deze opleiding?
‘Ik zat in 4 havo en moest ik naar de orthoptist. Zij vroeg me of ik al wist wat ik wilde studeren en ik had nog geen idee. Ik wilde iets technisch en iets met kinderen en toen stelde zij voor om bij de opleiding Orthoptie te kijken. Bij de open dag wist meteen dat dit het was voor mij. Ik voelde me meteen op mijn gemak. Verder vind ik het fascinerend hoe beelden die je waarneemt met je ogen, worden omgezet in beelden in je hoofd. En ogen zijn gewoon mooi.’

Wat ga je doen na opleiding?
‘Na mijn opleiding wil ik graag aan het werk als orthoptist. Eerst twijfelde ik nog of ik de opleiding Optometrie ook nog wilde gaan doen, maar ik heb straks vijf jaar gestudeerd en dan ben ik er wel klaar mee. Tijdens mijn stages vond ik het werk als orthoptist heel erg leuk. Ik kan altijd nog een andere opleiding gaan doen als ik daar behoefte aan heb.’

Ook interessant: Hoe los gaan studenten in deze Summer of Love?