Columns

Studenten, stel je niet aan. Zo moeilijk is hospiteren niet

Marilène Vis. Foto: Kees Rutten

Marilène Vis (20) studeert Journalistiek aan de HU.

Waarschijnlijk vertel ik je niks nieuws, maar hospiteren is ellendig. Begrijp me niet verkeerd, ik woon nu ook goed. Maar het liefst zou ik wat dichter bij de stad wonen, en wat verder weg van mijn griezelige wijk met donkere steegjes en bosjes.

Dus ik ging – net als de rest van studerend Nederland – op zoek naar een kamer in Utrecht. Van de vijftien mailtjes die ik stuurde, werd ik op één hospi uitgenodigd. Van de rest hoorde ik niks. Toen ik aankwam, was er één ander meisje dat kwam hospiteren. We deden aardig tegen elkaar, dat wel, maar we wisten allebei: jij bent mijn concurrent.

Een uur lang was ik mijn meest sociale zelf. Maar wanneer doe je het nou goed? Want je wil aanwezig zijn, maar niet té aanwezig. Je wil duidelijk maken dat je netjes en opgeruimd bent, maar dat je ook niet meteen gaat zeiken als er een keer een beker blijft staan. Je wil laten zien dat je gezellig bent en van een drankje houdt, maar ook dat je niet iedere avond een rave organiseert in de woonkamer. Kortom: mijn opdracht was nagenoeg onmogelijk.

En dus had ik er een hard hoofd in toen ik weg fietste  van de hospi. Het was gezellig, maar de bewoonster had aangegeven dat ze nog meerdere hospiteerrondes zou hebben die avond en aangezien het mijn allereerste hospi was, ging ik er niet vanuit dat ik het werd.

Twee dagen later kreeg ik een appje: “Hey Mari, ik vond het erg gezellig en ik zou graag willen dat jij mijn nieuwe huisgenootje wordt!” Ik stond met mijn bek vol tanden. Ik ken mensen die al maanden (soms zelfs jaren!) hospiteren en geen succes hebben, en ik had in één keer de kamer! Ik kon het niet geloven.

Toen ik bijgekomen was van deze enorme ego-boost, keerde ik terug op aarde en begon ik praktisch na te denken. Zevenhonderd euro voor een kamer van zeven vierkante meter? Plus een borg van zeshonderd euro? Ik zou direct moeten beginnen met inpakken en afscheid moeten nemen van mijn geliefde huisgenoot/beste vriendin. Ineens leek mijn wijk met regelmatige overvallen en enge buurtbewoners zo slecht nog niet.

‘Bedankt,’ appte ik haar terug, ‘maar het komt me iets te snel.’ Een beetje schuldig voelde ik me wel, maar haar opties voor een andere huisgenoot waren eindeloos.