Reportage

HU-Symposium met Sinan Can: ‘Wij oordelen constant’

Foto: Kees Rutten

Noa Wammes is student Journalistiek aan de HU en schrijft voor Trajectum.

Donderdag 17 november was het Symposium Polarisatie aan de HU. Sinan Can, Elena Valbusa en Jan Bogerd spraken er over polarisatie. Aansluitend een workshop ‘gevoelige kwesties’.

De opkomst is groot: iedere stoel van de collegezaal op Padualaan 101 is gevuld. Veel studenten en een handjevol HU-medewerkers. ‘Volle bak hè?’, hoor ik iemand zeggen. Dat is het zeker. ‘De deur is dicht, we gaan beginnen’, roept diversiteitsofficer Valbusa. ‘Mijn voornaamwoorden zijn zij en haar’, begint ze haar speech. Naast haar een tolk gebarentaal. Valbusa bedankt Jan Bogerd en Sinan Can voor hun aanwezigheid en leidt de avond in met een 800 jaar oud gedicht over verdraagzaamheid, voorgedragen door een student.

Collegevoorzitter Jan Bogerd maakte het ook mee

De avond begint met een interview met Jan Bogerd over zijn persoonlijke ervaring met polarisatie. Hij noemt een voorbeeld van een corona-update die hij rondstuurde. Daar stond in: er is een goed en bewezen middel tegen het virus en dat heet vaccinatie. Na deze mail kreeg hij veel verontwaardigde reacties, die hij allemaal persoonlijk beantwoordde.

Bogerd: ‘Irritatie en boosheid zijn beperkt functioneel. Nieuwsgierigheid is belangrijk, net als je oprechte interesse tonen.’ Hij laat weten alle opvattingen, links of rechts, conservatief of progressief, te waarderen. Er volgt weer een gedicht. ‘Kunst zal ons redden’, besluit Valbusa.

Sinan Can

Journalist en programmamaker Sinan Can verschijnt op het toneel. Emre Çiçek, docent aan de opleiding Social Work mag hem interviewen. Hij nodigt ons uit om van elkaar te leren en de vrijheid te voelen om alles te zeggen wat we willen. Samen kijken we een fragment over zijn documentaire ‘Breuklijnen’. Can licht hem kort toe: ‘Het kan zijn dat de nieuwe Einstein rondloopt in zo’n slechte wijk, maar hij moet wel de kans krijgen dat te laten zien.’

Foto: Kees Rutten

‘We doen het al heel lang’, zegt Can. ‘We oordelen constant over een ander en dit zorgt voor conflicten in de wereld.’ ‘Waarom doen we dat?’, vraagt Çiçek. Can heeft geen idee. ‘Verschillende talen, eten, dat is toch het mooiste wat er is? Onze ouders komen uit Turkije en wij zitten nu naast elkaar in Utrecht en gaan straks pizza eten.’

Er wordt ons gevraagd na drie kwartier terug te komen voor de inleiding van de workshops. De collegezaal loopt leeg en iedereen baant zich een weg naar de plek waar de pizza’s klaarliggen.

Workshop ‘Gevoelige kwesties’

Achraf Chatouani, student Social Work geeft één van de workshops. Het lokaal stroomt vol en iedereen gaat in een kring zitten. ‘Heb jij je een beetje voorbereid’, hoor ik iemand vragen. ‘Ja, iets met normen en waarden, toch?’ reageert de ander. De workshop begint met een voorstelronde. De meeste studenten laten weten verplicht aanwezig te zijn voor de minor die ze volgen. Een paar HU-medewerkers zijn er op vrijwillige basis.

Chatouani maakt een mindmap: ‘gevoelige kwesties’. Woorden die hij toevoegt zijn: racisme, taboe, agressie, ongelijkheid, religie, identiteit. ‘Heb je persoonlijk weleens zoiets meegemaakt?’, is de vraag aan de groep. Het antwoord is bevestigend. Een meisje vertelt dat ze stage liep in een ziekenhuis en dat haar collega haar vermaande ’terug te gaan naar haar eigen land.’

In groepjes uiteen

Achraf legt een persoonlijke casus voor. Een niet-westerse HU-docent zei hem en zijn groepje (allemaal met een niet-westerse achtergrond): ‘Wij moeten nou eenmaal harder werken om op een positie te komen van een blanke autochtone Nederlander. Dat is nou eenmaal hoe het werkt.’

De deelnemers gaan in groepjes uiteen om daarover te praten aan de hand van een aantal vragen. Begrijp je dat deze kwestie gevoelig kan zijn? Is dit positieve of negatieve discriminatie? Hoe maak je iets bespreekbaar op een respectvolle manier? De deelnemers breken er hun hoofd op en beamen elkaars meningen. De conclusies zijn al even simpel als ingewikkeld: iedereen mag een mening hebben en het is onze taak die meningen te respecteren.