Nieuws

‘Toetsstuwmeer’ bij Social Work nu het bsa weer is hersteld

Illustratie: Kees Rutten

Binnen het Instituut Social Work ontstond een ‘toetsstuwmeer’. De oplossing: het inruilen van een studiedag door een “niet vrijblijvend” nakijkfestival. Maar dat leidde ook tot kritiek: ‘De interventie van de directie staat haaks op de verplichting om de werkdruk naar beneden te brengen.’

‘Er bestond een kans dat er 250 toetsen extra binnen zouden komen bovenop het geplande aantal’, bevestigt Ronald Boer, directeur van het Instituut Social Work. Sinds periode B is begonnen met het volgen van het aantal toetsen dat nog open stond. In combinatie met het aantal ingeschreven studenten kon de opleiding een inschatting maken.

Het aantal docenten dat de opleiding gewoonlijk inzet bleek in de loop van periode C niet toereikend, vertelt de instituutsdirecteur. ‘Voor die 250 extra toetsen zijn 400 uren nodig. Daarvoor moesten we extra capaciteit aan docenten vinden’, zegt de directeur.

Bij de toetsen gaat het om schriftelijke tentamens, maar ook praktijkopdrachten, portfolio’s, presentaties en essays. Belangrijke oorzaak voor het stuwmeer aan toetsen: het bindend studieadvies (bsa) is dit studiejaar hersteld. Eerstejaars moeten dus weer minimaal vijftig studiepunten halen, willen zij door kunnen met de studie.

Achterstallige studiepunten inhalen

Naast de eerstejaars die vijftig studiepunten willen binnenhalen, komen ook nog de inhaalacties van studenten in het tweede en derde jaar. Tijdens de corona-jaren werd het studieadvies in het eerste jaar ‘opgeschort’. Alle eerstejaars konden ongeacht het aantal behaalde studiepunten door naar het tweede jaar. In het tweede jaar werd de norm – na aandringen van de Hogeschoolraad – nog eens verlaagd naar dertig punten. Die achterstallige studiepunten zijn veel studenten nu aan het inhalen.

Boer: ‘Daar zitten studenten bij die soms maar tien studiepunten hebben en nog gaan proberen om dit jaar die norm te halen. Dat zijn er veel meer dan al die jaren daarvoor, omdat zij toen eerder kozen om zich al in februari uit te schrijven. Dat zagen we nu niet gebeuren. Dus we hadden relatief veel studenten die ook nog eens veel toetsen open hadden staan.’

Nog een oorzaak van het toetsen-stuwmeer: bij sommige studieonderdelen hoeven de toetsopdrachten niet na het eind van de onderwijsperiode ingeleverd te worden. Dat kan bij ‘werkplaatsen’, waarbij studenten, docenten en anderen aan praktijkopdrachten werken, ook op andere momenten in het jaar. En dus kiezen veel studenten voor het inleveren van de opdrachten aan het eind van het studiejaar. ‘Vanuit het studentperspectief is dit fijn want daardoor kunnen zij een eigen planning maken’, vertelt Boer.

Dat alleen docenten met een Basiskwalificatie Examinering (BKE) aangewezen kunnen worden als examinatoren speelt geen rol van betekenis, zegt instituutsdirecteur Boer. Sinds 1 januari 2023 is de BKE verplicht voor docenten: zonder BKE mogen zij officieel geen toetsen nakijken. Vorig jaar ontstond hier enige onrust over. ‘Dat speelt nauwelijks mee’, weet Boer. ‘Er zijn nog maar een paar docenten die de BKE nog niet hebben en dat zijn dan vooral nieuwe docenten.’

Extra uren nakijken

Het instituut beschikt volgens de directeur over voldoende examinatoren om het reguliere toetsaanbod aan te kunnen. ‘De hoeveelheid studenten die nog op het laatst gaan proberen de bsa-norm te halen is groter dan normaal’, vertelt hij. Gekeken werd wie er binnen het instituut extra uren kon nakijken. ‘Normaal redden we het dan wel maar nu was de inschatting dat we capaciteit te kort kwamen’, meldt Boer.

Een afvaardiging van de examencommissie, de toetsexpertgroep en coördinatoren van het eerste jaar kwamen met het idee om de studiemiddag over onderwijsontwikkeling van 20 juni in te richten als nakijkmiddag. ‘De dag is bedacht en voorbereid door docenten zelf en niet door het managementteam’, benadrukt de directeur. ‘

De studiedag stond al vast dus die uren waren ingeroosterd voor de docenten. Daarbij gaf het ook een kans voor collega’s uit jaar twee, drie en vier om te kijken hoe de toetsen in het eerste jaar eruit zien. ‘Dus het is ook een soort inhoudelijke verbindende activiteit geworden.’ De middag werd omgedoopt tot ‘nakijkfestival’.

Toch ontstond over het nakijkfestival enige frictie, meldt Sil de Nijs, voorzitter van de instituutsraad van Social Work. ‘De nakijkmiddag of -festival was niet vrijblijvend, zo schreef de directie. Doordat er geen duidelijke context over de niet-vrijblijvendheid werd gegeven, ervoeren sommige docenten dit als dwang met mogelijke gevolgen als zij zich daar niet aan zouden conformeren. Door ingrijpen van de instituutsraad hoefden degenen die andere afspraken hadden niet te komen’, vertelt hij.

Min of meer verplichte karakter

De Instituutsraad voelde zich overvallen door de mededeling van de directeur dat er een nakijkmiddag werd georganiseerd. Daarbij was het min of meer verplichte karakter een doorn in het oog. ‘De interventie van de directie staat haaks op de verplichting om de werkdruk naar beneden te brengen en het nastreven van een gezond docentenwelzijn’, vindt De Nijs. ‘We hadden liever gehad dat er een verzoek kwam of docenten willen ondersteunen met het nakijken van toetsen’, vertelt hij.

Daarbij vindt hij dat directie en managementteam konden zien aankomen dat er meer toetsen zouden worden ingeleverd. De Nijs: ‘Als de bsa-norm naar beneden gaat kun je in Osiris monitoren welke studenten wel of niet toetsen inleveren. Die monitoring is veel te laat opgestart, terwijl het management er al vanaf begin van corona bovenop had moeten zitten. We hebben aan de directie gevraagd welke interventies er zijn geweest om deze problemen te voorkomen. Hoe kan het dat dit zo uit de hand is gelopen?’

Instituutsdirecteur Boer wil niet via Trajectum op elk kritiekpunt van de instituutsraad ingaan ‘We zijn hierover in gesprek met de instituutsraad en gaan het proces en nakijkfestival evalueren’, vertelt hij.

Als een fijne dag ervaren

Boer wil wel ingaan op het verplicht geachte karakter van het nakijkfestival: ‘De instituutsraad ervaart het woord “niet vrijblijvend” – dat heb ik inderdaad gebruikt – als verplicht. Maar er zijn altijd mensen die afspraken hebben tijdens zo’n studiedag, zoals een congres of training. Het is niet zo dat iedereen alles uit de handen moest laten vallen. Maar net als voor een studiedag geldt dat er zo veel mogelijk mensen aanwezig moeten zijn. Als je er niet bij kunt zijn, heb je daar even contact over met je leidinggevende en team. Zo is het in de praktijk ook veelvuldig gebeurd. Dat is hoe ik “niet vrijblijvend” bedoel.’

‘Dat nakijkfestival is door veel mensen als een fijne dag ervaren, zo zeggen docenten aan mij en hun leidinggevenden’, vertelt hij. ‘Sterker nog: ik heb het advies gekregen om dit sowieso jaarlijks te organiseren omdat het zo leuk is, er mooie ontmoetingen plaatsvonden en leerzaam is. Die feedback kwam er ook.’