Komende zomer verhuist het Institute for Life Sciences & Chemistry naar De Uithof, als onderdeel van de herhuisvesting van de HU. Een van de doelen: meer samenwerking tussen opleidingen, onderzoekers en instituten. Gaat dat werken?
Ze zitten een beetje weggestopt in het voormalige Ooglijdersgasthuis aan de rand van een woonwijk in het oosten van Utrecht. Maar het Institute for Life Sciences & Chemistry blaast regionaal, nationaal en internationaal een aardig deuntje mee. Bijvoorbeeld met het Lectoraat Innovative Testing dat werkt aan medicijntesten zonder proefdieren te gebruiken. ‘Zo dragen we bij aan verfijning, vermindering en vervanging van dierproeven in het biologische onderzoek’, meldt de website van het lectoraat.
Met de ontwikkelingen van alternatieve dierproeven werkt het lectoraat al lange tijd samen met grote spelers in De Uithof zoals de
Universiteit Utrecht, het researchcentrum van voedingsmiddelenbedrijf Danone, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) en het wetenschappelijk instituut TNO. Maar de samenwerking reikt verder dan De Uithof. Ook kleinere bedrijven in de
regio (PhytoGenix), andere universiteiten in het land (Wageningen) en buitenland (Milaan) weten het lectoraat te vinden. Net als
medicijnengigant GlaxoSmithKline. ‘We zitten hier niet te navelstaren’, concludeert Marc Teunis, hogeschoolhoofddocent en onderzoeker bij het lectoraat.
Hij kijkt uit naar de aanstaande verhuizing deze zomer, van de huidige karakteristieke maar krappe en verouderde behuizing naar het grondig verbouwde pand Heidelberglaan 7 in De Uithof. ‘Spannend’, vindt hij. Want hoe zien de laboratoria er straks uit?
‘Het biedt kansen’, zegt hij over de nieuwe locatie die het Institute for Life Sciences & Chemistry straks deelt met de faculteit Gezondheidszorg. Innovative Testing en het lectoraat Leefstijl en Gezondheid bij de faculteit Gezondheidszorg werken al samen met de Wageningen Universiteit en een aantal andere hogescholen en bedrijven in een onderzoek naar de meetbaarheid van gezondheid.
CHAOSMODEL
Nu ze dichterbij elkaar komen te zitten, lijkt dat alleen maar voordelen te hebben. ‘Het helpt wel een handje als je bij elkaar in een
gebouw zit of alleen maar de straat hoeft over te steken’, constateert Teunis. En met dat oversteken doelt hij op de faciliteiten van de universiteit en UMC Utrecht, zoals een peperdure en voor de hogeschool onbetaalbare supermicroscoop, die na de verhuizing een stuk dichterbij komt.
De fysieke aanwezigheid in De Uithof maakt ook samenwerking op andere fronten makkelijker. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vele studenten Life Sciences die jaarlijks bij de universiteit, het UMC Utrecht, bedrijven en onderzoeksinstellingen in De Uithof stage lopen en afstudeeronderzoek doen.
Maar ook andersom kan er een stroom op gang komen: van universiteit naar hogeschool. Zo staat de cursus science and application open voor bachelorstudenten van biomedische wetenschappen van de UU. Vorig jaar trok de cursus twaalf studenten, waaronder enkele van de universiteit, dit jaar waren er slechts enkele aanmeldingen. ‘Als we in De Uithof zitten, zou dat in ons voordeel kunnen werken’, oppert Teunis.
In de beroepssituatie werken academici en hbo’ers vaak samen en in een gezamenlijke cursus kunnen de studenten daaraan wennen. Interessant om te zien hoe de onderlinge chemie werkt tussen meer theoretisch opgeleide versus de meer praktisch ingestelde studenten. Teunis: ‘De HU-studenten zijn pragmatischer. Na een werkbespreking zijn zij geneigd sneller naar een lab te rennen om proeven te doen. Terwijl de UU-studenten meer relativeren, de literatuur erbij pakken en nadenken hoe ze iets gaan aanpakken. Dat is dus een goede combinatie.’
Volgens Teunis wordt het kenniscentrum en het Institute for Life Sciences & Chemistry door de (Uithof-)partners serieus genomen. ‘Op basis van de inhoudelijke samenwerking die er nu is, worden we gezien als een partner die ertoe doet’, bezweert hij. Toch kan de samenwerking nog beter. Het zit hem vooral in de uitvoering, zo is de ervaring van Teunis. Hij heeft het dan over het opstellen
van contracten, het omgaan met intellectueel eigendom en het doen van betalingen.
‘Daar mag meer aandacht voor zijn’, stelt hij. ‘Dat kan flexibeler en met meer autonomie voor de afdelingen.’
De hamvraag blijft of de verhuizing naar De Uithof de toch al aanwezige samenwerking nog verder verbetert. Is het een stimulans als potentiële partners bij elkaar in hetzelfde gebouw huizen? ‘Ik denk het wel’, schat hij in. Om dit meteen te nuanceren: ‘Als twee groepen in één gebouw zitten, wil dat niet zeggen dat er automatisch wordt samengewerkt. De filosofie van het chaosmodel – dat iedereen door elkaar loopt, elkaar ontmoet waaruit dan iets moois ontstaat – daar geloof ik niet in. Samenwerking ontstaat op basis van de inhoud.’
DE HU VERHUIST
In 2017 is al het Utrechtse onderwijs en onderzoek van Hogeschool Utrecht (HU) geconcentreerd op het Utrecht Science Park (USP) De
Uithof. Daarvoor worden tussen 2013 en 2017 bestaande gebouwen gerenoveerd en komt er een nieuw gebouw bij. Als onderdeel daarvan komt het Institute for Life Sciences & Chemistry samen met een groot deel van de faculteit Gezondheidszorg (FG) deze zomer naar de Heidelberglaan 7.
Daarnaast verhuist deze zomer het Instituut Engineering & Design tijdelijk naar Nijenoord en gaat de faculteit Economie & Management
(FEM) tijdelijk naar de Daltonlaan. Eind 2015 verhuist Communicatie & Journalistiek (FCJ) – ook weer tijdelijk – naar de Bolognalaan
(waar nu de FG zit).
Pas in 2016 krijgt de trek naar De Uithof echt vorm, als Padualaan 99 en 101 volledig zijn gerenoveerd. De faculteiten Maatschappij &
Recht en Natuur & Techniek verhuizen daarheen, samen met HU Diensten. In 2017 moet er een nieuw gebouw op de hoek van Bolognalaan en
Heidelberg klaar zijn voor FEM en FCJ.