Nieuws

Nieuwe raden, nieuwe verkiezingen

Foto: Femke van den Heuvel

Er zijn weer verkiezingen in aantocht. Studenten en medewerkers van de HU kiezen hun vertegenwoordigers voor de opleidingscommissie (OC) en nieuwe raden van de Bestuursdienst en kenniscentra.

De verkiezingen vinden plaats van 11 tot en met 18 december. In de eerste helft van november kunnen gegadigden zich kandidaat stellen. De zittingstermijn van de (gemeenschappelijke) opleidingscommissies, Kenniscentraraad en de Bestuursdienstraad start per 1 februari 2018.

De installatie van de raden en commissies volgt op de goedkeuring van het Reglement Medezeggenschap van de HU. De regeling werd woensdag 20 september door een ruime tweederde meerderheid van de Hogeschoolraad (HSR) goedgekeurd. Het was het sluitstuk van intensief overleg tussen het college van bestuur en de HSR.

Wetswijziging
Het nieuwe reglement komt in de plaats van de diverse regelingen die in sommige gevallen achterhaald zijn. Door de opheffing van de faculteiten namen instituutsraden de plaats in van de faculteitsraden. Ook voor de kenniscentra en de Bestuursdienst moesten er nieuwe raden komen.

En door een wetswijziging per 1 september van dit jaar zijn OC’s niet langer louter adviesorganen maar krijgen zij de status van officiële medezegenschapsraad. Zij hebben meer zeggenschap, bestaan voortaan uit studenten en docenten terwijl de leden via verkiezingen worden verkozen.

Druk onderhandeld
De HSR ging gisteren zonder discussie akkoord met het medezeggenschapsreglement. Maar dat wil niet zeggen dat het zonder slag of stoot tot stand is gekomen. In de afgelopen periode is er vooral achter gesloten deuren druk onderhandeld tussen de partijen. Dat ging dan bijvoorbeeld over de mate van zeggenschap, de vergoeding voor studentraadsleden en de ondersteuning van medezeggenschapsraden.

De gesprekken met het college werden vaak gevoerd door het dagelijks bestuur (DB) van de HSR en raadsvoorzitter Joost Ansems. Dat leidde ertoe dat het DB ‘te veel op afstand’ kwam te staan van de rest van de HSR, erkende Ansems tijdens de vergadering. Een ‘noodzakelijk kwaad’, vond hij. ‘Dat was nodig om vooruit te kunnen’, meent Ansems. Andere raadsleden willen hier later nog over doorpraten.