Meer uniforme regels voor examencommissies en bij de invoering van cijfers in Osiris. Dat adviseert het eindrapport van de Taskforce Langstudeerders, dat 8 februari werd gepresenteerd.
‘Het is niet zo dat wij alleen met dramatisch slechte opleidingen te maken hebben’, beklemtoonde Huib de Jong, lid van het college van bestuur van de HU. Tijdens de presentatie van het eindrapport van de Taskforce Langstudeerders wilde hij niet blijven hangen bij de kommer-en-kwelverhalen over de kwaliteit van het onderwijs.
Inderdaad, de Hogeschool Utrecht bungelt in de onderste regionen van de lijstjes in Elsevier en de Keuzegids. In de meest recente uitgave van de Keuzegids staat de HU zelfs onderaan, met een gedeelde laatste plaats met Inholland. ‘Maar we hebben geen Inhollandsyndroom’, bezweerde De Jong. ‘Voor zover wij kunnen overzien is de waarde van onze diploma’s in orde.’
Hij doelde op de slepende affaire bij de opleiding media- en entertainmentmanagement van de Hogeschool Inholland, waar via een speciale afstudeerroute langstudeerders op een al te makkelijke manier een diploma konden krijgen. De Onderwijsinspectie startte na krantenartikelen hierover een onderzoek bij alle hogescholen en universiteiten.
Het college van de HU voerde hierop een quick scan uit om te onderzoeken of dergelijke ongeoorloofde praktijken ook hier plaatsvinden. De hoofdconclusie: bij de bestaande afstudeertrajecten gebeurt niets onoirbaars. Maar wat uit het onderzoek ook naar voren kwam, was dat de registratie van cijfers in het studievoortgangsysteem Osiris verbetering behoeft. Daarbij dient nader bekeken te worden hoe de examencommissies functioneren.
De Taskforce Langstudeerders, onder voorzitterschap van collegelid De Jong, zag het licht en bevroeg faculteitsdirecteuren en examencommissies hierover. Hieruit bleek dat binnen de hogeschool verschillend wordt omgegaan met Osiris en dat de examencommissies er op onderdelen verschillende werkwijzen op nahouden. Dit is een ongewenste situatie, zeker in een tijd dat studenten onderwijs volgen aan meerdere instituten en faculteiten. De regels dienen aangescherpt en gestandaardiseerd te worden, luidt de algemene conclusie van de taskforce.
In de eindrapportage staan 26 adviezen opgesomd die moeten leiden tot een meer uniforme werkwijze. Een greep. Examencommissies op opleidingsniveau zijn uit den boze; zij dienen een geheel instituut of faculteit te beslaan. Nieuwe commissieleden krijgen verplicht scholing. Alleen de docent-examinator mag cijfers in Osirus invoeren. Er komen stringente richtlijnen voor vrijstellingen, die alleen door de examencommissie kunnen worden verleend. En de uitgifte van diploma’s wordt gecentraliseerd.
Deze koers werd niet meteen door iedereen omarmd. Een van de aanwezigen in het publiek signaleerde een tegenstelling in het enerzijds instellen van uniforme regels en anderzijds de wens tot meer flexibilisering. Meerdere bezwaren passeerden de revue tijdens de paneldiscussie. De instituuts- of facultaire examencommissies staan verder af van de opleidingen. ‘Hoe weet zo’n centrale commissie wat er binnen de opleidingen speelt?’, vroeg Else de Haan, docent bij de faculteit Gezondheidszorg, zich af.
Veysel Tan, docent bij de faculteit Maatschappij en Recht, legde een casus voor dat een student een half jaar vertraging zou oplopen als niet binnen een dag een extra tentamen zou zijn geregeld. ‘Kan dat straks nog als we een facultaire examencommissie hebben?’ Annette Wind, voorzitter van de examencommissie van het Instituut Archimedes, vreest dat er een grote afstand ontstaat tussen studenten en docenten ten opzichte van de commissie. ‘Dan weten de mensen de examencommissie niet of moeilijk te vinden.’
De maatregelen van de taskforce moeten komend collegejaar ingaan.