De werkloosheid onder jonge hbo’ers daalt nog steeds. Anderhalf jaar na afstuderen heeft 95 procent een baan gevonden. Vooral in de gezondheidszorg, de kunst en het onderwijs gaat het goed.
Sinds de economische crisis van 2009 steeg de werkloosheid onder recent gediplomeerde voltijdstudenten schrikbarend. In 2013 zat maar liefst 7,9 procent na anderhalf jaar zonder werk. Sindsdien gaat het weer de goede kant op, blijkt uit de nieuwe HBO-Monitor.
Economen
Opvallend is dat economen momenteel de hoogste werkloosheid kennen: 6,5 procent van hen heeft na anderhalf jaar nog geen baan. In de gezondheidszorg is dat slechts drie procent en ook na opleidingen in het onderwijs en – jawel – de kunst vindt men snel een baan, getuige de lage werkloosheid van 3,1 procent.
Hierbij zijn alleen de afgestudeerden meegeteld die daadwerkelijk de arbeidsmarkt opgaan. Elf procent blijft studeren, meestal aan de universiteit, en nog eens tien procent gaat iets anders doen.
Bovendien is de ene baan de andere niet. Het maandloon van de economen is zo’n tweeduizend euro en dat van kunstenaars vijftienhonderd euro. Bètatechnici, die vaak in voltijd werken, verdienen het meest met een startsalaris van 2.366 euro per maand; zij hebben ook het vaakst een vast contract op zak.
Maar rekening houdend met het (gemiddelde) aantal uren dat men werkt, blijkt het bruto uurloon het hoogst voor afgestudeerden van opleidingen in de sectoren gezondheidszorg (15 euro) en onderwijs (14,80 euro). Bètatechniek ligt daar net iets onder (14,70 euro).
Hbo-niveau
Tachtig procent van de hbo’ers vindt een baan op hbo-niveau. In het onderwijs en de bètatechniek geldt dat voor pakweg negentig procent, terwijl de afgestudeerden van kunstopleidingen en sociale studies op zo’n zestig procent blijven steken.
In de factsheet die de Vereniging Hogescholen publiceert, worden de werkloosheidspercentages per instelling opgesomd. Hogescholen voor de kunsten doen het opvallend goed. In april riep de vereniging het kabinet nog op om niet te bezuinigen op het kunstonderwijs.
Van de brede hogescholen onderscheidt Fontys zich positief: slechts 2,4 procent van haar afgestudeerden die de arbeidsmarkt opgaan is werkloos. Avans Hogeschool volgt op de voet met 3,1 procent en Rotterdam en Windesheim scoren elk 3,2 procent. Voor de HU is dat 4.2 procent.
De Haagse Hogeschool sluit de rij met 7,9 procent werkloze afgestudeerden.