Nieuws

Zijlstra erkent bezuinigingen

Staatssecretaris Zijlstra geeft voor het eerst volmondig toe dat hij tot 2015 gaat bezuinigen op het hoger onderwijs. Maar hij vindt het nog ’te vroeg’ om te speculeren over de gevolgen.

De staatssecretaris houdt vast aan de ambitie om Nederland in de top vijf van kenniseconomieën te krijgen, maar dat veronderstelt wel de nodige creativiteit. Hij erkent dat de bezuinigingen en investeringen in het hoger onderwijs pas in 2015 met elkaar in evenwicht zullen zijn. Tot die tijd moeten instellingen met minder geld toe. Ze staan “voor de grote opgave de doelmatigheid te vergroten en tegelijkertijd een kwaliteitsimpuls te realiseren”, schrijft hij in antwoord op Kamervragen van de PvdA.

Welke gevolgen dat voor instellingen en personeel zal hebben is afhankelijk van ‘hoe de bezuinigingen zullen neerslaan en waar de investeringen zullen plaatsvinden’. Instellingen mogen zelf bepalen hoe zij de bezuinigingen gaan uitvoeren. Zijlstra gaat er vanuit dat er vooral bespaard zal worden op overheadkosten, en niet op ‘het primaire onderwijsproces’.

Het stopzetten van de extra investeringen in onderzoek uit aardgasbaten leidt volgens hem niet tot het ontslag van vast personeel. Hij denkt dat met deze FES-gelden voornamelijk tijdelijk personeel betaald is. En hogescholen en universiteiten kunnen volgens hem extra onderzoeksgeld genereren door intensiever samen te werken met het bedrijfsleven of door geld aan te trekken uit Europese fondsen.

Zijlstra onderzoekt of hij onderwijsinstellingen de instrumenten kan geven om langstudeerders die geen voortgang meer boeken, te kunnen uitschrijven. D66 en de SGP hadden daarom gevraagd in een motie.