Meer masteropleidingen, niet streven om meer mbo’ers binnen te halen en het contractonderwijs onder de loep nemen. Dat zijn enkele voornemens in het herziene strategisch beleid van de hogeschool. ‘Kostendekkend’ lijkt daarbij het sleutelwoord.
Het document Koers 2012 waarin de hogeschool de strategische piketpaaltjes slaat dateert uit 2007. Sindsdien heeft de wereld niet stilgezeten, denk alleen maar aan de economische crisis. Dus werd het tijd om te bezien of de ingeslagen wegen nog steeds de juiste zijn. In het voorjaar van 2010 is onder de vlag van Midterm Review begonnen het strategisch beleid tegen het licht te houden.
Studenten, medewerkers en deskundigen van buiten de hogeschool bogen zich hierover onder leiding van het college van bestuur. Met als resultaat de herziene nota Koers 2012+, die door het college is vastgesteld, door de raad van toezicht is goedgekeurd en waar de centrale medezeggenschapsraad (CMR) zich momenteel over buigt.
Crisis of geen crisis, de missie van de hogeschool blijft overeind: opleiden tot hoogwaardige professionals en daarnaast werken aan de innovatie van de beroepspraktijk. Maar als gevolg van de financieel-economische ontwikkelingen wordt van de hogeschool meer dan voorheen verwacht keuzes te maken met het oog op het beperkte budget.
De kern van Koers 2012 wordt op hoofdlijnen doorgezet. ‘Wel is er behoefte aan meer samenhang en focus in onze activiteiten, zijn er onderwerpen die onvoldoende prioriteit hebben gekregen en moet er op bepaalde punten worden bijgebogen of gespecificeerd’, zo staat in Koers 2012+. Hieronder de highlights op het gebied van onderwijs en onderzoek.
Alumnibeleid
Vanaf dit studiejaar wordt begonnen met het opzetten van een alumnibeleid. Binnen drie jaar moet er een substantieel hogeschoolbreed alumninetwerk bestaan.
Accreditatie
Gestreefd wordt naar een instellingsaccreditatie waarbij de HU als geheel voldoet aan de normen en de opleidingen afzonderlijk aan een lichtere toets worden onderworpen. Zwakke opleidingen dienen de kwaliteit te verbeteren en als dit niet lukt wordt overwogen de opleiding af te bouwen.
Examencommissie
De rol van de examencommissie wordt versterkt en geharmoniseerd. Twee modellen zijn in beeld: facultaire commissies met vertegenwoordigers van de instituten en commissies op instituutsniveau.
Internationalisering
De streefcijfers over HU-studenten die in het buitenland studeren zijn erg hoog. Er is nog te weinig aandacht voor internationalisering in het curriculum. Die ‘internationalisation at home’ krijgt de komende periode veel nadruk. Engelstalige opleidingen worden komend studiejaar geëvalueerd of zij financieel rendabel zijn. Zo niet dan worden zij opgeheven.
Studentenaantallen
Een marktaandeel van de hogeschool als geheel van 10 procent is niet meer aan de orde. Het streven is om het marktaandeel op het niveau van de individuele opleidingen te handhaven.
Mbo
De doelstelling om het aantal mbo’ers binnen de hogeschool te verhogen wordt geschrapt. De HU blijft met ROC’s samenwerken om de aansluiting te verbeteren, maar het niveau van de instromende mbo’ers is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de mbo-instellingen.
Associate degree
De hogeschool is terughoudend met het starten van tweejarige associate degree-opleidingen, waarvan er nu tien bestaan. Harde eis is dat er een drempelloze doorstroom moet zijn naar de verwante bacheloropleiding.
Kenniscentra
Meer studenten en docenten moeten betrokken zijn bij het onderzoek van de kenniscentra. Het leggen van verbanden tussen onderwijs en onderzoek heeft hoge prioriteit. Faculteiten komen hierover met een actieplan. Het onderzoek telt maximaal vijf speerpunten. Nu zijn aangewezen: duurzaamheid, onderwijs & opvoeding in de wijk, creatieve industrie en zorg & technologie.
Masters
Het aanbod van professionele masters (nu 31) wordt uitgebreid. De behoefte van de beroepspraktijk is leidend en nieuwe masters moeten kostendekkend zijn.
Contractonderwijs
Het aanbod en de organisatie van contractonderwijs wordt binnen twee jaar kritisch bekeken. Ook hier geldt dat de exploitatie kostendekkend moet zijn.
Lectoren
Aan de HU zijn veertig lectoren verbonden en verdere groei is niet nodig. Nieuwe lectoren worden alleen in speciale gevallen aangesteld (bijvoorbeeld bij grote vraag uit de beroepspraktijk). Zij zullen zelf de broek moeten ophouden.